156
Ter dezer plaatse hebben wij steeds gewag gemaakt van
de Gemeenlewaag, en wij doen dat ook nu met de ver
melding dat die inrigting in 1864 eenigermate is achter
uit gegaandaar hare ontvangsten hebben bedragen
f 1644.85, tegenover de som van f 1749.354 in het vorig
jaar. Deze vermindering is het gevolg van allerlei om
standigheden, maar wij zouden het onjuist achten daarin
het bewijs te zien van mindere behoefte aan de Waag,
aehter het Verslag een staatbevattende de prijzen der
granen gedurende het jaar 1865zooals die geregeld in
het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage ter
openbare kennis zijn gebragt, alsmede de broodprijzen
in deze Gemeenteten einde de verhouding te kunnen
beoordeelen, welke tusschen deze prijzen onderling heeft
bestaan. Men zal daaruit zien, dat die verhouding steeds
dezelfde is gebleven zoodat wij geene maatregelen heb
ben noodig geacht, om ten aanzien der broodprijzen ver
betering te verkrijgen.
Mitsdien werden in 4865 geene proefbakkerijen alhier
gevorderd, terwijl in de Verordeningen op het bakken
en verkoopen van brood geene wijzigingen noodzakelijk
waren.
De alhier bestaande Brood- en Meelfabriek, die meer
en meer blijkt aan de bakkers geen wezenlijk nadeel te
veroorzaken, werd op den gewonen voet voortgezet en
haar toestand was even als hare exploitatie zeer voldoende.
Evenwel was zij tot nu toe nog slechts onvolledigdaar zij
alleen als broodfabriek werkte, doch op het voorstel des
bestuurs is besloten ook tot den aanbouw en het inwer
king brengen eener meelfabriek over te gaan, waarom
trent wij in het volgend verslag meer bepaaldelijk zullen
kunnen berigten.
e. VERDERE PUNTEN IN VERRAND MET DEN' HANDEL.