157 daar, naar het ons voorkomt, haar behoud in het algemeen belang zeer wenschelijk is. Over de Spoorwegaansluiting en over den aanleg eener Zeehavendie twee groole vraagstukken in betrekking tot de welvaart en de ontwikkeling onzer Gemeente hebben wij reeds in den loop van dit Verslag onze mee- ning kunnen uiten. In de overtuiging dat er verder geene punten zijn in verband met den handel, die nog door ons moeten besproken wordenachten wij alzoo de onder werpen die in het voorschrift des Verslags worden aan gegeven afgehandeld. Wij rekenen onze taak evenwel niet geëindigd, zonder verslag te hebben gedaan van twee gewigtige gebeurte- tenissen, die in 1865 hebben plaats gehad, als: de vijftig jarige gedachtenisviering van den slag van Waterloo en de onthulling der Gedenknaald, opgerigt aan het Scheve- ningsche Strand, als herinnering aan de terugkomst van Willem 1 in Nederland, in het jaar 1813. In het beginsel, dat de viering van den 18den Junij eene zaak van het volk en geenszins van de Regering moest zijn, hebben wij ons onthouden van de verordening van eenige feestelijkheid voor dien dagverzekerd dat de burgerij zelve behoefte zou hebbenom van hare dankbare herinnering aan de gelukkige en roemrijke gebeurtenis van den 18den Junij 1815 openlijk blijken te geven. Wij hebben ons daarin niet bedrogen gevonden, en zagen tegen den avond van dien blijden dag de stad in alle rigtingen geïllumineerd, terwijl op het Buitenhof van wege de Ingezetenen eene prachtige verlichting was ontstoken rondom het standbeeld van Willem II, den Vorst aan wiens gedachtenis de slag van Waterloo met roem is ver-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 163