159 de regelen van orde, door de Hoofd-Commissie vastge steld, laten wij ter herinnering als Bijlage lett. II hier achter volgen, terwijl wij ten aanzien der overdragt nog kunnen vermeldendat de aanbieding plaats had met eene aanspraak van den Prins-Voorzitter der Hoofd-Commissie (Prins Frederik der Nederlanden), zijnde tevens aan den Heer Wethouder, Mr. H. Baron Collot d'Esclrv, als fungerend Burgemeesteroverhandigd eene overdragts- oorkonde, luidende als volgt: Op heden den vier en twintigslen Augustus achttien honderd vijf en zestigden verjaardag der geboorte van wijlen Zijne Majesteit, Willem Frederik, Nederlands Souvereinen Vorst, later eersten Koning, onder de zegen rijke regering van Zijne Majesteit Willem den Derden, is door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden eenig overgebleven zoon van Willem den Eersten, z. g. en eenig overgebleven broeder van wijlen Zijne Majesteit Willem den Tweeden, als Voorzitter en hierin bijgestaan door de Leden en Eereleden der Hoofd- Commissie tot oprigting van een Nationaal gedenkteeken voor November 1813 enz. (als zoodanig door zijne Ma jesteit Willem IIIblijkens II. D'. Kabinets-rescript van den 7den February 1863, n°. 75, erkend), onthuld en aan Heeren Burgemeester, Wethouders en verdere Leden van den Raad der Gemeente ’s Gravenhage in eigendom overgedragen de Gedenknaald, met toestemming van het Hoogheemraadschap van Delfland, in het zeeduin nabij Scheveningen opgerigt, uit gelden, daartoe door ingeze tenen van het Koningrijk en zijne Overzeesche Bezittingen vrijwillig bijeengebragtgebouwd, naar de teekening en onder de leiding van den Heer A. Koodenburg, architect, door de Heeren P. Schroot en Zoon metselaarsen P. J. Devillers Comp.steenhouwers, allen te 'sGra-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 165