Bijlage H.
sGkaveniiageden Sisten Maart 1866.
Het is thans voor de derde maal dat ik de eer heb UEd.
Achtb. verslag te doen van hetgeen door mij ten opzigte van het
ordenen en inventariseren van het oud Archief der Gemeente is
verrigt. Toen het UEd. Achtb. behaagde mij bij bare resolutie
van den llden Mei 1863, n°. 3798/26 2de Afdeeling, die taak
op te dragen, werd mij tevens voorgeschreven, dat die voor 1866
zou moeten voltooid zijn. Op grond dier bepaling heb ik de eer
UEd. Achtb. bij deze over te leggen den door mij van het Ar
chief vervaardigden inventaris. Wat de ordening van het Archief
zelve betreft, ook deze is in zoo verre voltooid, dat mij alleen
overblijft de stukken naar de orde bij den inventaris aangenomen
in de kasten te plaatsen, indien UEd. Achtb. hare goedkeuring
aan de door mij daarbij voorgeslagene rangschikking zult gelieven
te schenken.
Het zal UEd. Achtb. bij het doorzien van dezen inventaris
blijkendat al heeft het Archief ook al niet die algemeene histo
rische belangrijkheid, die aan dat der stemhebbende steden van
Holland in meerdere of mindere mate mag worden toegekend, het
voor de historie der opkomst en huishouding der Gemeente vrij
volledig mag genoemd wordenen dat de geruchten mij wel eens
ter oore gekomen zijnals zoude het grootste gedeelte in vroegere
tijden zijn weggeraakt of door brand vernieldgerustelijk kunnen
worden gelogenstraft. Het mag zelfs verwondering barendat in
den tijd van de inlegering der Spanjaardentoen de stad bijna
in een puinhoop verkeerde, nog zoo veel van de oude privilegiën,
handvesten en verordeningen is overgebleven.
Ook wat den toestand der stukken in het algemeen betreft, is
het mij aangenaam UEd. Achtb. gunstig te kunnen rapporteren.
Zij zijn in den regel zeer wel bewaard en het is eene uitzondering