en huisonderwijzer
Hendrik Eskes, hoofdonderwijzer, hebbende toelating tot het
geven van onderwijs in de Fransche taal;
Friedrich Rumscheidt hoofdonderwijzer
in de Hoogduitsche taal.
De opgaven, telken drie maanden verstrekt door de hoofdonder
wijzers betreffende het aantal kinderen dat op den 15den Januarij
loden April, 15den Julij en 15den October onderwijs genoot,
zijn medegedeeld in den achter dit Verslag gevoegde staat. Uit
die opgaven, te zamen genomen en door vier gedeeld, blijkt, dat
het gemiddeld getal der in 1865 schoolgaande kinderen is geweest:
Jongens 5115
Meisjes 4920
dus 10,035 kinderen,
waarvan kosteloos onderwijs hebben genoten:
Jongens 3145
Meisjes 3119
alzoo 6264 kinderen.
De Plaatselijke Schoolcommissie acht het niet onbelangrijk hier
mededeeling te doen van de haar door Burgemeester en Wethou
ders in 1865 gezonden opgaven der Afdeelingsbesturen over het
schoolverzuim. Hieruit bleek, dat van een getal van 8986 kin
deren tusschen de 6 en 12 jaren in deze Gemeente aanwezig
294 niet ter schole gingen. Van dit getal waren er 76, waarvan
alleen kon gezegd worden dat zij geen onderwijs genieten, 155
werden daarin door ziekte verhinderd, terwijl de overige huis
onderwijs ontvangente vroeg de school verlaten hadden of we
gens gebrek aan plaats vooreerst niet konden toegelaten worden
op de bijzondere scholen. Deze opgaven leerden dat gedeelte van
het schoolverzuim kennenwanneer de ouders nalaten hunne kin
deren te doen onderwijzen. Behalve dit is er eene andere soort
van schoolverzuimte weten het ongeregeld ter school komen
hetwelk kan gekend worden uit de door de hoofdonderwijzers ge
houden lijsten. De Plaatselijke Schoolcommissie gelooft, dat tegen
dit laatste schoolverzuim geene afdoende maatregelen te nemen zijn.
Bij de normaallessen was over 1865 als teekenmeester werk
zaam de heer J. C. Elink Sterk, daartoe aangesteld op het
einde van 1864. De Commissie van Toezigt is over het door