leeraars in dezelfde vakken uitspreken omtrent de geschiktheid der jonge lieden voor het volgen van hun onderwijs. In hoe verre dit verschil van inzigt aan het gekozen standpunt van eiken leeraar is te wijten, die dan zijn subjectief gevoelen voor onbe- driegelijken maatstaf houdt, of de reeds verkregen ontwikkeling van den hoorder zich beter aansluit aan de vorming in onze school, of vlugheid van bevatting niet soms misleidt, zijn zoo vele vragen die wij niet beslissen. Wij vermelden dit feit niet alleen als trouwe berigtgeversdoch ook en vooral, omdat bij de bevordering en belooning der kweekelingen deze beschouwing van overwegenden invloed kan zijn. Het programma voor de lessen aan het gymnasium (schooljaar 1864/5afdeeling B) werd met deze 48 leerlingen tot de maand Julij 1865 in alle opzigten nageleefd. De overgangs-examens werden gehouden op 15, 16 en 17 dier maand, (in tegenwoordigheid van den Heer inspecteur van het middelbaar onderwijs) met dezen uitslag, dat van de 18 leerlingen der eerste klasse16 tot de tweede werden bevorderd (aan 5 hunner werden prijzen toegekend, aan 3 getuigschriften); van de 9 leerlingen der tweede klasse werden 8 naar de derde bevorderd, (2 van dezen verkregen prijzen, en 4 getuigschriften). Van de 11 leerlingen uit de derde klasse werden 7 tot de vierde klasse bevorderd(aan 3 van hen werden prijzenaan 2 getuig schriften verleend). Uit de vierde klasse konden 6 leerlingen tot de nieuwe vijfde klasse worden bevorderd, (2 met prijzen voor goed gedrag, en bewezen kundigheden in de meesten der beoefende leervakken 1 met een getuigschrift voor gebleken vorderingen in enkele speciale deelen). Als wij zeggendat bet programma in alle opzigten is nageleefd, moeten wij een voorbehoud maken, wat de volgorde en rangregeling van enkele aangekondigde uren betreft. Aan de bekwaamheid onzer leeraars werd namelijk ge stadig en van verschillende zijden hulde gedaandoor hen te roepen in de veelvuldige commission van examinatoren, die het vorig jaar, zoo hier als elders, bijeenkwamen. Hoe gewenscht en eervol die onderscheiding ook zijwas echter geregelde voor ziening in de openvallende lessen door beurtverwisseling niet altoos zonder bezwaarzoodat wij onsin het belang van het onderwijs aan de lloogere Burgerschoolverpligt vonden den heer Inspecteur

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 243