valtwaarop wij zijn gestuiten dat bij eene afwijkende toepassing der wet niet is weg te nemen. Naar aanleiding van ons overleg met den Heer Inspecteur die het belang betoogde van lessen in de handelswetenschappen boekhouden enz.ten einde onze jonge lieden bij het examen niet mogten te kort schieten, daar ook dit cijfer voor den candidaat mede telt, hebben wij getracht door oproeping in de nieuwsbladenen langs andere wegeneen’ leeraar te vindengeschikt en bevoegd tot het geven van schoolonderwijs naar de bepalingen der wet. Tot heden vruchteloosde eenige persoon die zich opdeedbleek niet in bezit te zijn der vereischte acte en moest uit dien hoofde worden afgewezen. Is nu eene wets-uitlegging aannemelijk, die aan ons, zoowel als aan de scholieren onvervulbare verpligtingen oplegt en moet niet een verstandig examinator te rade gaan met datgeen wat onder bestaande omstandigheden, in dit eerste tijdperk der wet kan geschieden? Voor het toelatings-examen, na de zomer- vacantie, op den 31sten Augustus en Isten September aan de Hoogere Burgerschool door ons gehoudenhebben zich aangemeld, voor de eerste (laagste) klasse 32 leerlingen, waarvan niet is op gekomen 1zijn afgewezen 2en w’erden toegelaten 29 adspiranten. De commissie van examen was van oordeeldat bij deze eerste oproeping de eischen tot admissie in de onderste klasse niet hoog moesten gesteld wordenmits slechts bleekdat de knapen vol doende waren voorbereid om met vrucht het te geven onderwijs te volgeneene toegeeflijkheiddie aan enkelen heeft mishaagd door sommigen als laakbaar pligtverzuim werd uitgekretendoch waarop wij nogthans, na eene ondervinding van vijf maanden, met de meeste voldoening terugzienniet één enkel der toege- latenen heeft onze verwachting, wat de mate van vatbaarheid betreft, teleurgesteld: zelfs hebben zij, die aanvankelijk bij het onderzoek minder voldeden en de zwaksten schenengetoond meer berekend te zijn voor de opgelegde taak dan hunne vluggere mededingers. Ook is bij de uitkomst gebleken, dat de klasse niet te talrijk bezet isom orde te handhaven en geregeld onderwijs aan allen mede te deelen. Minder inschikkelijk is de Commissie voor toelating tot de overige klassen geweest; van de 13, die zich voor de 2de klasse

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 249