19 de beplanting op eene zeer ruime 1861 1862 1863 1864 1865 - 5540.954 - 6025.90 - 5298.83 - 6887.32 - 5212.20 gewaagd worden om schaal te beproeven. In het afgeloopen jaar werden van de Burgerlijke be graafplaats verkocht twee graven in de 2de klasse, en drie grafruimten in de 1ste klasse voor het aanleggen van grafkelders voor eigen rekening. Zoo als wij reeds in het vorig Verslag deden vermoeden, heeft de regeling- van de begrafenisregten in hel afgeloopen jaar plaats gehad, nadat den 21sten Maart 1865 eene Ver ordening op de Burgerlijke begraafplaats door den Gemeente raad was vastgesteld. De Verordeningen, regelende het bedrag en de grondslagen en invordering der begrafenis regten op de Burgerlijke begraafplaats, werden door den Baad den 30sten Mei 1865 vastgesteld en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 4den September 1865, n°. 65. De inkomsten der Burgerlijke begraafplaats hebben be dragen als volgt In 1860 bij eene sterfte van 1785 personen 5459.194 2027 2217 2105 2722 2157 Hoeveel minder deze inkomsten in 1865 mogen bedragen hebben dan in 1864, mogen wij het toch geenszins als een ongelukkig verschijnsel doen uitkomen, daar de ver houding tusschen sterfte en opbrengst niet achteruitging en derhalve hel lage cijfer der inkomsten alleen aan mindere sterfte moet toegeschreven worden. Het nieuwe tarief der begrafenisregten verschilt met het vorige weinig of niet, maar alleen moet men bij eene vergelijking tusschen de cijfers nu en in het vervolg in het oog houden, dat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 25