van der Akademie te kort heeft gedaan. Raad het verlies van voortdurend bij het onderwijs geheerscht had, kortstondig gestoord. Behalve het ongeregeld komen van enkele leerlingen dat echter reeds door een strengen maatregel was tegengegaan hadden er in de maand December jl. des avonds, bij het naar huis gaan der leerlingen ongeregeldheden op de straten plaatswaartoe de leerlingen de aanleidende oorzaak schenen. De menigte leerlingendie zich bij ’t uitgaan der Akademie bijeenbevindt, scheen voor eenige rustverstoorders hier ter stede eene welkomen aanleiding. Men maakte van de leerlingen ge bruik om gezamenlijk onder zang en luidruchtigheden de straten door te trekken. In de Akademie zelve bleef de volmaaktste orde en rust heerschen. Naar aanleiding van dat straatrumoer werd den 22sten Decem ber jl. in alle lokalen der Akademie eene waarschuwing aangeplakt dat elk leerling onmiddellijk van de Akademie verwijderd zou worden die bij de ongeregeldheden op straat gezien werdhetzij hij aan de wanordelijkheden deelnam of toeschouwer bleef. De leerlingen werden dien avond bovendien achtereenvolgens wegge zonden en bleven door de invallende jaarlijksche Kersmis-vacantie tot uit. December t’huis. Ook de ouders der leerlingen werden aangemaand, een naauwlettend oog op hunne kinderen te houden. Deze maatregelen hebben een goed resultaat opgeleverd, daar bij de heropening der lessenzoo in als buiten de Akademievan geene ongeregeldheden meer sprake is. De Raad van Bestuur besluit dit beknopt overzigt met den staat van de ontvangsten en uitgaven der Akademie over het afgeloopen jaar. Uit dezen staat blijkt, dat de finantiëele toestand niet zeer bevredigend is. Deze achteruitgang is een gevolg van de verflaauwde belangstelling van vele leden, die de Akademie hunne ondersteuning ontnemen. Vooral hebben velen de Akademie hunne geldelijke bijdragen onthouden, na bovengenoemd besluit der Algemeene Vergadering, betreffende het opheffen van het onderwijs in de Technische wetenschappen. De Raad van Bestuur is echter overtuigddat hij door dien eenvoudigen zuinigheidsmaatregel in geenerlei opzigt de roeping Om deze reden betreurt de vele ledenwier krachtige medewerking

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 266