i
i
een geruimen tijd vermenigvuldigd zijn. Doch
die klasse der maatschappijwelke tot hiertoe verreweg het
aan de Muzijkschool levert, en
lang het maatschappelijk aanzien en de
ons niet beter worden
dien stand is het blijkens de ondervinding zoo goed alsof
die verbetering nog niet bestond. Met het zangonderwijs in de
Slechts zeer enkelen bezochten tot dat einde de hoogere muzijkale
scholen in het buitenland. Wilde men onze inrigting alleen voor
deze weinigen dienstbaar maken, men zou eene wezenlijke behoefte
over het hoofd zien om eene denkbeeldige te vervullenbij het
gering aantal studerenden zouden de te verwachten resultaten in
geene verhouding staan tot de kosten der inrigtingen zou tevens
een der grootste voordeelen van het verblijf aan zulk eene hoogere
schoolde levenwekkende omgang en wedijver in een ruimen
kring van jonge kunstenaars die hetzelfde doel voor oogen heb
ben gemist worden. Hierbij werd ook niet uit het oog ver
loren dat de residentie, wat hare muzijkale toestanden betreft,
voor als nog niet die hulpmiddelen voor de hoogere ontwikkeling
van smaak en kunstzin bij de studerenden oplevert, welke in
andere steden, waar muzijkale akademiën gevestigd zijn, in ruime
mate gevonden worden.
Kon nu het denkbeeld eener zoo radicale hervorming niet
worden goedgekeurd, zou het dan ook deze vraag rees in de
tweede plaats op in aanmerking komen ombij de verbetering
die liet muzijkaal onderwijs hier te lande sedert eene reeks van
jaren ondervonden heeft, den werkkring der Muzijkschool in zoo
ver te beperken, dat het onderwijs in de eerste beginselen van
haar uitgesloten en geene andere kweekelingen toegelaten wierden
dan die zich elders de beginselen eigen gemaakt en hetzij in den
zang, hetzij in de behandeling van een instrument reeds zekere
mate van vorderingen gemaakt zouden hebben Ook deze vraag
meenden wij niet bevestigend te kunnen beantwoordenen wel
op de volgende gronden.
’t Is waar dat goede muzijk-onderwijzers en daarmede de mid
delen om beter onderwijs te verkrijgen dank zij ook onzer
Muzijkschool en der Maatschappij tot Bevordering der Toon
kunst sedert
voor
grootste gedeelte der leerlingen
wel zal blijven leveren zoo
bestaanmiddelen des toonkunstenaars bij
voor