van Gravenhagedie zich gendie er eene eer in stellen daaraan te mogen deel nemen. Ter bezetting van enkele instrumenten bij de orchest-oefeningen waarvoor de school oogenblikkelijk geene genoegzaam gevorderde leerlingen opleverdeis tijdelijk de medewerking van vier oud- leerlingen opgeroepen en met bereidwilligheid verleend. Over het algemeen geeft het meerendeel der leerlingen, wat vlijt, geregelde opkomst en gedrag betreft, reden van tevreden heid zeer uitstekende aanleg en begaafdheid behoortgelijk overal ook hier tot de uitzonderingen. Eenige moeite veroorzaakt bij sommigen de tegen ingeslopen gewoonten strijdende handhaving van art. 37 van het reglement, hetwelk aan leerlingen verbiedt, buiten toestemming der Com missie van Toezigt lessen te geven, zich aan eenig orchest of muzijkcorps te verbinden of als solisten in het openbaar op te treden. Aan dit verbod wordt echter gestrengelijk de hand ge houden, hetgeen gemakkelijker zal worden naarmate degenen, die reeds vroeger daarmede strijdige verbindtenissen hadden aange gaan de school verlaten. Ten opzigte van één meisje, hetwelk door ligtzinnige gedra gingen aanleiding tot opspraak gaf, heeft de Commissie van Toezigtbezorgd voor den goeden naam der schoolzich tot haar leedwezen genoopt gezien art. 40 van het Reglement toe te passen en haar van de school te verwijderen. Nog moet vermeld worden, dat met het einde van het afgeloopen schooljaar zeven leerlingen na volbragten leertijd eervol met diploma’s van de Muzijkschool ontslagen zijnte weten Mejufvrouw M. S. van dek Bukgh, van 's Gravenhagethans als onderwijzeres voor de Piano te Arnhem gevestigd De Heer G. F. Wagener van Bergen-op-Zoom, thans als organist alhier geplaatst en als hulponderwijzer aan de Muzijk school werkzaam; De Heer P. W. van Agthoven, van Utrecht, thans met lof eene plaats in het Haagsch Orchest bekleedend De Heer W. P. J. van de Poll, thans als organist alhier geplaatst De Heer P. H. van de Velde, als Oboist te Amsterdam heeft gevestigd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 278