VERSLAG omtrent den handel en nijver
heid in de Gemeente ’s Gravenhage
over 1865.
Bijlage CC.
’s Gravenhage, den 11 den April 1866.
t
In het afgeloopen jaar ontvielen aan de Kamer haar Voorzitter
de Heer W. J. van HeïNsbergen en haar oudste Lid in jaren
de Heer G. Nicola. Beiden mannen in deze Gemeente geboren
en aan hare belangen innig gehechtin zaken van handel en
nijverheid door lange ervaring doorkneeden wegens hun edel
karakter en aangenamen omgang algemeen bemindhad aan hunne
ijverige ondersteuning en wijze raadgevingen de Kamer, die zij
hadden helpen oprigten en aan welke zij hunne beste krachten
zoo lang het hun vergund was bleven wijdenveelvtddige en groote
verpligting. Het zal haar dan ook door het Gemeentebestuur niet
ten kwade geduid worden wanneer zij de behoefte gevoelt om in
den aanvang van dit Verslag de waardige leden, haar door den
dood ontrukt, met een woord van rouw te gedenken.
Voor handel en nijverheid zal het jaar 1865 in veel opzigten
aangename herinneringen achterlaten. De handelsbeweging in deze
Gemeente kenmerkte zich wel niet door buitengewone bedrijvig
heid, doch gaf toch geene reden om te klagen over achteruitgang,
niettegenstaande de druk van den slechten staat der geldmarkt
zich dikwerf gevoelen deed. De reederijen voor de groote vaart,
hier gevestigdleverden geene vermeldenswaardige bijzonderheden
op; alleen werd voor de firma Arnold en Comp. een schip in de
vaart gebragt.
De verzekerings-maatschappijen gaven verschillende uitkomsten
de winsten op de brandassurantiën waren beter dan op de zee-
assurantiën voor welk laatste vak het jaar minder gelukkig was.