- was het ons te bespeuren dat de Gemeente bereid is zich opof feringen te getroosten voor de verbetering van het vaarwater tus- schen Hage en Delft. Inderdaad kanvooral bij het steeds klimmend getal stoombooteneene voorziening in deze aangelegen heid niet uitblijven en zal de aan te brengen verbetering in de middelen van binnenlaudsche aanvoer te waterde te maken kosten ruimschoots waardig zijn. Doch tevens zouden wij met alle kracht willen aandringen op de afschaffing van het haven-, kade- en lig geld, dat, geheven naar een bloot fictieven maatstaf, waardoor art. 251 der Gemeentewet tot een doode letter gemaakt wordt, eene sterk gevoelde belemmering legt op het vrije verkeer, en dus om volmaakt dezelfde reden als de verbruiksbelastingen be hoort te worden afgeschaft, waarmede het ook de hooge perceptie kosten gemeen heeft. De genoemde belasting wordt met te meer weerzin gedragenomdat sedert hare invoering door het dempen van vele grachten en het volkomen uit het oog verliezen van de belangen der schipperijb. v. het leggen der brug aan de Park straat, terwijl het cijfer der heffing steeds klimt, het genot steeds achteruitgaat. De opstopping van vaartuigen in de nog bevaarbare grachten en het gebrek aan geschikte ligplaatsen groeit met den dag. De Scheveningsche kooplieden herhalen telken jare huune be zwaren over den Scheveningschen tolwaarbij het vervoer van visch niet is vrijgesteld. Zij achten die heffing, zoo al niet met de letter, dan toch met den geest van art. 142, laatste lid, der Grondwet strijdig. Zou die tol ontegenzeggelijk onwettig wezen als Scheveningen eene van Gravenhage afgescheidene Gemeente vormde, aan den anderen kant mist Schneningen de voordeelen der vereenigingdaar waar het die meest noodig heeft. Zoo moet voor een telegram naar Londen bestemd en te Scheveningen aan geboden een schelling meer betaald wordendan wanneer de aanbieding geschiedde te 's Gravenhagebestaat er te Scheveningen slechts een telegraafkantoor gedurende het badsaisoen en is ook de dienst der posterijen aldaar veel gebrekkiger dan voor Hage geregeld. Intusschen durft de Kamer zich vleijendat, moge de zegendie de Gemeente gedurende eene reeks van jaren geniet bevestigd wordenvan lieverlede deze verschillende grieven zullen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 319