27
Het geslagt.
De turf
De steenkolen
Het gedisteleerd
De wijn
Het gemaal
Hel brandhout.
f 14,200
44,800
64,200
Nihil.
47,800
223,000
15,200
f 15,630.43
46,580.85
98,240.37
15,784.92
37,928.54
238,851.05
13,718.22 J
gouds heelt opgebragt. Het verschil tusschen raming en
opbrengst van de opcenten op het gedisteleerd op zich
zelf is niet zoo beduidend om veel toelichting te behoeven,
maar als men het eigen middel op het gedisteleerd daarbij
neemt, wordt dat verschil niet onbelangrijk en dan be
hoeven wij alleen te herinneren aan de omstandigheid
dat deze belasting in 1864 werd verhoogd, terwijl de
hier voorkomende raming gevolgd is naar het jaar 1863,
toen nog eene lagere belasting geheven werd.
De eigen middelen op voorwerpen van verbruik maken
de 2de calhegorie van lelt, b en lett. c uit, en zijn:
Zeer onderscheiden is het resultaat dezer belastingen;
onder de raming gebleven, anderen
hebben daaraan beantwoord, terwijl de meesten veelmeer
opbragten dan men had begroot. De laatsten waren de
belastingen op het gedisteleerd, op de steenkolen en op
het gemaal; van het gedisteleerd hebben wij reeds bij de
1ste cathegorie melding gemaakt en daar men weet dat
de restitutiën van het eigen middel worden afgetrokken,
blijkt het dal juist dit in het afgeloopen jaar veel heeft
opgebragt; ten aanzien der belasting op de steenkolen
behoeven wij slechts te herinneren aan het strenge en
langdurige van den winter van 1864/5, die den voorraad
sommige zijn ver
f
Opbrengst.
Raming.