83
genis van de School-Commissie ten opzigte der doelmatigheid
van het schoolgebouw in het verlengde der Badhuisstraat
te Scheveningen wijzen kunnen. Dat gebouw werd in hel
begin van het jaar 1865 in gebruik genomen en toen te
gelijktijdig de daardoor uitvoerlijke scheiding tusschen
armen en minvermogenden in werking gebragt. Het ont
ruimde schoolgebouw aan de noordoostzijde der Keizer
straat, dat ons gebleken was niet aan de Gemeente te
behooren, maar bij haar slechts van de Ned. Herv. kerk
in gebruik te zijn overgenomenwerd dientengevolge aan
het Kerkelijk Bestuur teruggegeven, terwijl het beschik
bare woonhuis van den onderwijzer in de Keizerstraat
tot een politiebureau werd ingerigt. (Zie Hoofdstuk V.)
Ten aanzien van het onderwijs zelve vereenigen wij
ons volgaarne met het gunstig rapport der School-Commissie
en wij kunnen daarbij voegen dat de gehouden school
examens, die wij steeds bijwoonden, de overtuigende
bewijzen hebben geleverd, dat de onderwijzers met ijver
en bekwaamheid werkzaam zijn en dat van het onderwijs
door de kinderen een nuttig gebruik wordt gemaakt.
De hervorming der normaallessen, waarover in bijlage
P breedvoerig gehandeld wordt, heeft naar ons inzien
eene goede strekking en aangenaam zal het ons zijn, door
het verschaffen van eene behoorlijke localiteit voor die
lessen in het voormalig gebouw van het gymnasium te
hebben kunnen bijdragen om deze nuttige instelling,
waarvan wij vroeger zoo vele goede vruchten hebben
gezien, op nieuw naar de eischen des tijds aan hare
strekking te doen beantwoorden.
In het afgeloopen jaar nam Jhr. Mr. J. de Witte van
Citters zijn ontslag als schoolopziener in het 1 ste District
van Zuidholland, nadat hij in die betrekking bijna acht
jaren ook voor het onderwijs in onze Gemeente nuttig
werkzaam was geweest. Hem den dank van het Gemeente-