89 5°. De Stadsrijschool. Ten aanzien dezer inrigting heeft de Commissie, die daarover het toezigt houdt, ons medegedeeld, dat zij alle reden heeft tevreden te zijn over de handelingen van den Directeur, wiens pligtsbetrachting dooi haar geroemd wordt, en even eens over den onderpikeur. De Commissie berigt ons verder, dat de rijschool zich in een goeden staat bevindt, en aan dat berigt verbinden wij de mededeeling, dat aan de localiteit zoo veel mogelijk wordt de hand gehouden, ten einde te zorgen, dat zij aan het doel dezer inrigting blijve beantwoor den. 1ste Luitenant, Directeur der Zwemschool, gege ven door een korporaal en twee manschappen van het bataillon Jagers en, naar de resultaten te oor- deelen, mag men dat onderwijs zeer roemen. Wij zijn nog niet gelukkig genoeg het vooruit- zigt op eene nieuwe localiteit voor de Zwemschool te kunnen openen; in de meening, dat na het overlijden van H. M. de Koningin-Moeder gelegen heid zou bestaan om in de afzanderij achter Meer- dervoort eene zwemkom met de gevorderde localen te doen inrigten, had men afgezien van het denk beeld om een Zwemschool te stichten aan het Kanaal, voorbij de tapijlklopperijnu die meening gebleken is ongegrond te zijn geweest, waarom trent in het volgende Verslag de bijzonderheden zullen worden medegedeeld, zal men welligt op dat denkbeeld, waartegen evenwel veel zou zijn in te brengen, moeten terug komen. 6°. De scholen voor middelbaar onderwijs. De hoogere burgerschool voor middelbaar onderwijs met vijf-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 95