8°. naamde Jacobakannetjesgevonden door zijne werklieden den 20sten October 1866 op 100 ellen afstands van het huis van den Heer Kbantz in het veen een el onder peil en 2,25 ei onder den beganen grond, voor de huizen van de Heeren Dr. D. B. Rijke n°. 36, Mr. J. de Bas, n°. 32, en A. F. de Bas, n°. 26: Van het Gemeentebestuur van Gravenhage de slinger uit het uurwerk van den toren te Scheveningen met schakel- rad, vermoedelijk de eerste slinger die aan een toren uurwerk is toegevoegd door Christiaan Huygens. Van al deze voorwerpen is aanteekening gehouden op de daarvoor bestemde catalogussen. Het Museum viel weder een druk bezoek ten deel, 120 kaarten werden afgegeven, waardoor 318 personen toegang verkregen. De publiciteit die wekelijks aan deze zaak in het Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage wordt gegeven is daarvan vermoedelijk oorzaak, de Commissie neemt uit dien hoofde de vrijheid U dezen maatregel bij voortduring aan te bevelen. Onder de vele aankoopen die de Commissie in het belang der verzameling gedaan heeft behoort de Atlas van den Heer Fredebik Muller, voor 638.60. Wel is waar is het een aanzienlijk be drag, doch als men in aanmerking neemt het aantal teekeningen, gravures en meer van La Farque, Visscher, S. Fokke, J. de Bisschop enz.te zamen uitmakende 320 stuks vervalt hetdaar elke teekening door elkaar gerekend dan slechts op 2 te staan komt. Het overige, ad 161.40, werd op verschillende auctiën be steed, zoo als uit bijgaande rekening valt op te merken. Aan het slot van het Verslag genaderd heeft de Commissie eene treurige mededeeling te doen; de Heer Jhr. J. W. van Sypesteyn, sedert 1863 zitting hebbende als lid uit de inge zetenen ontviel haar door den doodkorten tijd mogt hij in de Commissie vertoeven toen zijn aardsche werkkring werd afgesloten. Zijn dood is een groot verlies voor de wetenschap in het alge meen, maar zijne bijzondere belangstelling voor alles wat de ge schiedenis van Gravenhage betreft, ook gebleken als lid der Vereeniging, die zich bepaaldelijk met die geschiedenis bezig

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 114