Bijlage L. en art. 1 der Verordening, tot Voorzitter aangewezen de Heer Wet houder Mr. J. P. Vaillant. Deze Commissie werd den 17den daaraanvolgende geconstitueerd, waarvan mededeeling werd gedaan aan Heeren Burgemeester en Wethouders, met uitnoodiging den Heere C. Seelenhoest aan te wijzen tot Secretarisdie als zoodanig benoemd werd bij besluit van den 23sten February 1866. In den loop van den zomer nam de Heer Mr. H. F. Baron VAN ZüïLEN VAN NlJEVELT zijn ontslag als Lid van den Baad waardoor Uwe Commissie een zeer ijverig en kundig Lid verloor, op wiens voorlichting door de Commissie hooge prijs werd gesteld. Dewijl de nieuwe zalen, keuken en kelders ten gevolge der tijdsomstandigheden niet in gebruik zijn genomenkan over deze inrigtingen in dit verslag niet volledig worden gesprokenalleen Geroepen om ingevolge art. 12 der Verordening, regelende den werkkring der vaste Commissie, benoemd om Burgemeester en Wethouders bij te staan in het beheer van het Gemeentebadhuis te Scheveningen van den 13den February 1866 Verzameling n°292 verslag uit te brengen omtrent den staat der inrigting en den uitslag der exploitatie in het afgeloopen badsaizoenheeft de Com missie de eer het volgende mede te deelen. Tot Leden Uwer Commissie werden bij Uw besluit van den 13den February 1866 benoemd de Heeren: J. Bervoets, J. W. H. Smissaert Mr. A. de Pinto, Mr. H. F. Baron van Zuylen van Nijevelt, Jhr. IL Ver-Huell en Mr. W. Nieestrasz van Tienhoven, werd door Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 118