bouwmeester Pleïsier eene voor den eigenaar, gunstige uitzon dering maaktenzij waren gedurende het geheele badsaizoen bezet. Opmerkelijk is het nudatniettegenstaande de cholera zoo hevig te Scheveningen lieerschte niettegenstaande een afstand van slechts 5 a 6 minuten gaans van dat besmette punt verwijderd ik in Badhuis, Hotel Garni en omliggende villa’s niet één cholera geval heb waargenomen. En dat het niet aan personeel ontbrak, blijkt uit het feitdat ik bij het hevigst heerschen der ziekte (einde Julij en begin Augustus) als minimum een 200tal personen in de bovengenoemde gebouwen onder mijne zorg had, waaronder alleen in de huizen van den heer Pleysier 48 kinderen waren. Slechts drie a vier gevallen van specifieke diarrhae kwamen voor bij bediendendie eeuige dagen te voren uit 's Graxenhage waren aangekomen. Tot de maatregelendie ik nam behoorde in de eerste plaats het ter plaatse houden der bedienden. Sommigen van dezen kre gen de toestemming des nachts naar huis te gaan en vooral oordeelde ik, dat dit te huis houden noodig was voor die, welke in de huizen van den Heer Pleysier dienst deden en die te Scheveningen woonachtig waren. Ten andere raadde ik de aan wezige familiën aan het dorp niet te bezoeken doch zich uitslui tend aan het Badhuis en strand op te houden. Het is mijne overtuigingMijne Heeren dat deze maatregelen het hunne hebben kunnen doen, om een zoo gunstigen uitslag, in een zoo in schijn ongunstigen toestand te geven doch ik ben evenzeer overtuigddat de ligging van de beide etablissementen en der omliggende woningen ook zeer veel toebrengt om cholera en andere epidemiën niet zoo gemakkelijk te doen doordringen of wil men liever dat vooral de eerste daar geen gunstig terrein vindt om zich te ontwikkelen. Ofschoon het niet te ontkennen valt dat de villa’s, die aan den ouden straatweg liggengoed gebouwd zijnallen uitstekend drinkwater hebben door huisgezinnen bewoond die in staat zijn een goeden leefregel te volgenzoo deden zich echter onder dezen menigwerf voorloopende teekenen der epidemie voorhoe danig in mijne onmiddelijke omringing niet waargenomen werden. Bij allen was echter door spoedige hulp het verloop gunstig.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 124