6
HOOFDSTUK III.
Gemeentebestuur.
van Burgemeester en Wethouders be-
Krachtens de omtrent deze opgave bij het model ver
strekte toelichting, zal met het Verslag van 1867 met de
opgave van het personeel van den Raad worden begonnen.
Toch mag nu niet onvermeld blijven, dat de Gemeente
raad uit zijn midden verloren heeft:
de Heer Dr. B. van Gogh, op den 6 Maart 1866 overleden;
F. M. Schmolck, op zijn verzoek ontslagen; en
Mr. II. F. Baron van Zuylen van Nijevelt,
ontslagen uit hoofde zijner benoeming tot lid van het Col-
legie van Gedeputeerde Staten.
Zijn wij om der kieschheids wille verpligl slechts met
weinige woorden de beide laatstgenoemde Heeren dank
te zeggen voor de door hen aan de Gemeente bewezen
diensten gedurende den tijd hunner zitting in den Raad
en hun ijver te roemen in de bevordering der Gemeente
belangen, aan de nagedachtenis van hel raadslid, de Heer
van Gogh, mogen wij openlijk hulde toebrengenomdat de
Gemeente in hem een waar behartiger harer belangen en de
Raad een welgemeend en onvermoeid lid heeft verloren.
b. Het personeel
stond uit:
Jhr. Mr. F. G. A. Gevers Deynoot, Burgemeester; en
de Hoeren: E. B. Baron Wittert van Hoogland;
Mr. H. Baron Collot d’Escury;
Mr. F. M. Baron van der Duyn; en
Mr. J. P. Vaillant.
Wordende door den Burgemeester genoten eene jaar
wedde vanf 6000
en door eiken Wethouder als zoodanig. - 1500
PERSONEEL.