Dr. Hendrik de Jong.
De Leden der voormelde Commissie,
J. A. Jolles.
W. van Oordt.
Dr. D. B. Rijke.
A. A. de Pinto.
De Commissie mogt reeds met een woord melding maken van
de hulp en medewerking van de geneeskundigen te dezer stede
zij vooral hebben veel bijgedragen om de werkzaamheden der
Commissie doel te doen bereiken.
Ofschoon evenwel de geneeskundigen al deden wat in hun
vermogen lagzouden de ondergeteekenden toch vertneenenuit
hoofde van het hoogst noodzakelijke van spoedige hulpdat bij
het heerschen van dergelijke epidemiënéén of meer bureaux
werden ingerigt waar dag en nacht hulp was te verkrijgen. Zonder
de kostbaarheid daarvan te betwisten zijn de berigten van soort
gelijke maatregelen van elders zeer voldoende geweest.
U Edel Achtbare moge het der Commissie ten goede houden
bij de tegenwoordige mededeeling zich niet onthouden te hebben
van deze opmerkingen als welke haar in haren werkkring zijn
voorgekomen. Zij voelde zich gedrongenvoor zooveel noodig
ook U Edel Achtbare aandacht daarop te vestigenovertuigd
van Uwe belangstelling in al wat de aan Uwe zorg toevertrouwde
Gemeente betreft, en tevens doordrongen van het gewigt, om,
ofschoon nu de epidemie mogt geweken zijnhet dringend noodig
is zich krachtig tegen mogelijk spoedigen terugkeer te wapenen.