Jhr. Mr. W. Quakers van Uffokd
F. N. de ChaeroI
Bijlage R.
’s Gravenhage, den Viden Maart 1867.
Leden.
a.
b.
Ter voldoening aan het voorschriftvervat in art. 13 der Ver
ordening regelende onzen werkkring van den 24sten Januarij 1865,
n°. 253, tot het jaarlijks uitbrengen van een uitvoerig en berede
neerd Verslag nopens den staat van het Gasthuis, kunnen wij bij
dit ons tweede Verslag sedert de in gebruik neming van het nieuwe
gebouween overzigt van een geheel jaar gevenhetgeen bij het
Verslag over 1865 het geval niet kon zijn uithoofde eerst sedert
February van dat jaar het beheer aan ons was opgedragenzoodat
laatstgemeld Verslag slechts over een tijdvak van tien maanden liep.
Werpen wij een terugblik op alle zaken en belangen het Gast
huis betreiïende en aan onze zorgen toevertrouwd geweestdan
meenen wij vooraf te mogen aannemen, dat dit Verslag, in meer
dan één opzigtniet onbevredigend zal worden geacht.
Daarmede aanvangende herinneren wij, dat liet personeel Uwer
Commissiewaarvan de Voorzitter door Uw Collegie en de leden
door den Gemeenteraad werden herbenoemdgeene verandering
onderging.
Zij was aldus zamengesteld
Mr. H. Baron Collot d’Escury, Voorzitter.
D. P. J. van Waning, en i
Mr. A. J. C. Maas Geesteranus,
Evenmin de Sub-Commissiën over:
het linnen-, tafel-, bedden- en lijfgoed, en
het huisraad, de lokalen, de levensmiddelen, de brand
stoffen, enz.;
waarvan de leden zijn herbenoemd in de bij art. 8 van ons Regle
ment van Orde van den 16den Maart 1865 {Verzameling n°. 260)
voorgeschreven Vergadering.