op de omstandigheid dat de overbrenging van den patient naar
het gesticht niet anders dan nadeelig op hem kan werken, terwijl
verreweg het grootste gedeelte der ter verpleging opgenomenen in
de meest ongunstige omstandigheden verkeerden dan vermeenen
wij met grond te mogen zeggen dat de verpleging in het gesticht
ook in dit opzigt goede uitkomsten heeft opgeleverd.
Wij grijpen deze gelegenheid aan om hulde te brengen aan de
uitmuntende zorgen en onvermoeiden ijverzoowel in het algemeen
als in het bijzonder gedurende die epidemie door onzen waardigen
Geneesheer-Directeur, den Heer J. L. Chanfleury van IJssel-
steyn betoond die als blijk van ’s Raads bijzondere tevreden
heid met eene gouden medaille werd vereerd.
Wij mogen niet nalaten hier tevens onze volkomene goedkeuring
uit te spreken over de diensten door den Heel-en Verloskundige,
den Heer P. J. Ligtenberg, in het afgeloopen jaar gepraesteerd
die inderdaad allen lof verdienen.
Door den Heer J. Spille, Gemeente-geneeskunstoefenaar te
Scheveningengelijk hiervoren vermeldmet de directie van het
Cholera-hospitaal aldaar belast geweestis ook veel bijgedragen
tot de goede verpleging der choleralijdersen zijne dienstvaardig
heid strekte zeer tot verligting onaer taak. Zijn tijdelijk beheer
leverde in allen opzigte stof tot tevredenheid op en maakte aan
spraak op erkentelijkheid. De Heer Spille mogt dan ook het
genoegen smaken een bewijs daarvan van den Raad te ontvangen.
De Huismeester-Boekhouderde Heer J. Brand, die gedurende
de epidemie den Geneesheer-Directeur krachtdadig ter zijde stond
en ook des nachts zijne hulp verleendebehoort uit dien hoofde
hier ook in het bijzonder vermeld te worden. Ook hij mogt voor
zijne buitengewone diensten een bewijs van erkentelijkheid inoogsten.
Tevens achten wij het van onzen pligt de trouwe diensten en
ijverige pligtsbetrachting van den veldwachter W. B. Pabst en
diens huisvrouwbelast geweest met de bewaking van het Cholera-
hospitaal te Sclteveningen in herinnering te brengen ook wegens
den bijstand aan de lijders door hen bewezen zijnde de man
ofschoon hersteldzelf door de cholera aangetast. In de toeken
ning eener geldelijke belooning mogten zij een bewijs ontvangen
dat hunne diensten op prijs werden gesteld.