Bij besluit van den Gemeenteraad van den lOden April 1866 is aan den Heer Jhr. Mr. J. de Witte van Gitters vergunning verleend lager onderwijs te geven op de openbare lagere scholen alhierbehoudenswat de uitvoering betreftgoedkeuring van de betrokken schoolautoriteitenin overleg met de hoofdonderwijzers ter uitvoering van welk besluit dien Heer zoo wel door Burge meester en Wethouders als door de Plaatselijke Schoolcommissie vergunning is verleend onderrigt te geven in de Vormleer op de Gemeentescholen in de Nieuwe Schoolstraatop de Ammunitie- haven, in de Jufvrouw-Idastraat, op het Kerkplein enopdeGroote Markt. Als huisonderwijzeresse heeft zich hier met 1°. November ge vestigd Catharina Elisabeth van Staveren, huisvrouw van Petrus Philip Kool. De verklaring, bedoeld bij art. 37, lett. c der Wet van den 13den Augustus 1857 {Staatsblad n°. 103), is afgegeven aan: Jacoba Agatha Leefers, hoofonderwijzeres, toegelaten tot het dat tijdstip juist de gewone zomervacantie te Scheveningen inviel heeft het onderwijs niet geleden. De Plaatselijke Schoolcommissie heeft echter gemeend van deze gelegenheid te moeten gebruik makenom Burgemeester en Wethouders te verzoeken zoodanige maatregelen te nemen dathetzij oin reden van ziekte hetzij om andere redenen de schoolgebouwen aan hunne bestemming niet onttrokken wordenmaar het schoolonderwijs steeds geregeld voortgang kan hebben. Door Zijne Majesteit den Koning is in 1866 vergunning ver gunning verleendom hier te lande onderwijs te geven aan de volgende personen te 's Gravenhage verblijf houdende Maria Pauline Raignol, huisonderwijzeresse in de Fransche taal; Daniel John Wood Meadows, zich noemende de Medewe huisonderwijzer in de Engelsche taal Nathaniel James Berrington, idem; Evan Prichard James, idem; Clemence Jeanne Marie Dejardin, huisonderwijzeresse in de Fransche taal.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 165