art. 74 der Wet op het Middelbaar onderwijs bedoeld. Aan alle leeraars zonder eenige uitzondering zijn wij de getuigenis ver schuldigd, dat zij steeds bereidwillig medewerkten tot bevordering der belangen van het onderwijs hun toevertrouwdwenken op merkingen, aanwijzingen, verlangens werden altoos wèl opgenomen en alle voorschriften stiptelijk uitgevoerd. Zorgvuldig hebben wij gewaakt, in den geest der Verordening, dat het onderrigt aan de publieke inrigting steeds op den voorgrond en hoofdzaak bleef; wierden enkelen vroeger door deelneming aan het examineren buiten af wel eens belemmerd in de lessen aan het Gymnasium en afgeroepen van hunne eigenlijke taak thans heeft dit ingeslo pen misbruik opgehouden geen enkele klagt is in den laatsten tijd ten dezen aanzien door ons vernomen. Onderling overleg met hen die op voordragt of benoeming van examinatoren invloed hebbendeed ons oogmerk te eerder bereiken. Natuurlijk is bij het onderwijs van leeraarsin aanlegin vormingin leeftijd in leerwijs zóózeer verschillendhet onderscheid bij ’t lesgeven groot. Het behoort tot de bezwaren der taak van den directeur tot zekere hoogte ook tot onze verpligtingentoe te ziendat desniettegenstaande eenheid en verband in het onderwijs bew'aard blijveneen harmonisch geheelte midden van vrije oefening van gaven en krachten geene doodelijke eenvormigheiddie de aandacht der leerlingen bij wie insgelijks de trap van ontwikke ling en vatbaarheid aanmerkelijk verschiltverlamtde verbeelding werkeloos en de hoofden ledig laat. De telkens afgebroken draad door het vertrek van onderwijzersaan wier methode de school jeugd zich allengs gewend had kan niet dan met moeite weder opgevat en aangeknoopt worden. Wij hielden het hoofddoel van elk onderwijs steeds voor oogen geleidelijke ontwikkeling van alle geestvermogens; opwekking tot zelfdenken en nadenken; oefening van eigen oordeel en zelfstandig begripminder op den om vang der kundigheden komt het aandan op de wijze harer verkrijginghet aangeleerde moet het zuur verworven eigendom der onderwezenen zijn. Jeugdige leeraars vervallen in een door gaand gebrekwaarvan de meesten zich niet dan noode en lang zamerhand weten los te makenzij spreken zelven gewoonlijk te veel en laten te weinig uitkomen wat bij de leerlingen wortel ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 177