1865/6 is aangevangen met 83
gelijke mate het doel moet blijven. Onze maandelijksche rapporten
in het vorig jaar luidden gunstigwat deze zijde van ons toezigt
betreftorde en tucht werden gehandhaafdhet ontzag voor de
leeraars in acht genomen; de lessen met ijver bijgewoond; de
proefnemingen belangstellend gevolgd het programma en de ver
ordeningen naauwgezet nagekomen. Waar jeugdige overmoed zich
vergrepen had en het feit ter onzer kennis werd gebragtis
spoedig herstel niet uitgeblevenmet nog grooter voldoening
merkten wij opdat somwijlen het verzwakt gezagbuiten onze
tusschenkomstdoor beleid en volharding, de vroegere veerkracht
had herwonnen. Bij de hebbelijkheid der jeugd om hare spotzieke
luimen den vrijen teugel te vierenhangt verslapping en herneming
van de autoriteit des leeraars veelal van kleine oorzaken af. De
talrijkheid van twee klassen is voor enkele leeraars een niet gering
bezwaar: een zwak orgaan, dat moeite heeft verstaanbaar tot allen
door te dringen, beheerscht de aandacht niet lang meer: onrust
en afleiding brengen verwarring en wanorde te weeg; de vrucht
van het onderwijs gaat verloren. Aanvankelijk hebben wij dit
kwaad zoo niet verholpen en gekeerdalthans eenigermate ge
temperd door aan de inrigting en plaatsing der schoolbanken
een anderen vorm te gevenmeer afdoend zou splitsing dier
talrijke klasse in twee afdeelingen zijn een maatregel die zich
ook aanbeveelt uit een ander oogpuntdat de leeraarbij het
ondervragende beurtwisseling onder een geringer aantal discipelen
meer in de hand heeft, de verstrooidheid ligter tegengaat, de
vorderingen en de beletselen daartegen beter overziethet onder
wijs wordt dan meer individueel dan klassikaalwelligt worden wij
eerlang gedwongen tot de afscheiding te besluitendie vooralsnog
door de indeeling van het lokaal en den beschikbaren tijd der
leeraars verhinderd wordt.
Het schooljaar of de cursus van
leerlingengeplaatst als volgt
In de eerste klasse 31 leerlingenin de 2de klasse 25in de
3de klasse 13, in de 4de klasse 11 en in de 5de klasse 3 leer
lingen, welk getal op 1 Januarij 1866 met nog drie leerlingen
vermeerderd werd.
Van deze zes-en-tachtig verlieten in den loop des jaars negen