te doen, gerust op uwe medewerking en beproefde bereidwilligheid in het toestaan der middelen in het belang van onderwijs en volksbeschaving binnen deze Gemeente aangevraagd. De beperkte ruimte van sommige lokalen is een gebrek, dat in de eerste plaats spoedige voorziening zal vorderen. Dat gedeelte van het hechte gebouw voor beide afdeelingen van het Gymnasium bestemd hetwelk thans door de Hoogere Burgerschool wordt ingenomen was volkomen geschikt voor het getal van 68 leerlingendie deze afdeeling aanvankelijk telde; toen dit cijfer 80 te boven ging was het reeds bezwaarlijk alle klassen naar eisch te plaatsennu het 107 bedraagtmet waarschijnlijkheid van weldra hooger te zullen klimmen, voldoet de beschikbare ruimte aan de behoeften niet meer. Afgescheiden van het bezwaar voor sommige leeraars, waarvan wij boven reeds gewaagden is de zamendringing van leerlingen in te enge vertrekken aan velerlei bedenking onderhevig: voor de noodige ventilatie is niet meer te zorgende plaatsing der jonge lieden wordt onvolkomengebrek aan licht werkt in enkele kamers even nadeelig als dat aan lucht. De grootste vertrekken in de bovenverdieping van het gebouw boden de noodige ruimte voor 12 of 15 leerlingen aan; nu de twee laagste klassen uit 31 en 38 bestaan, is het ongerief in ’t oog vallend. Wij maakten melding in een vorig Verslag van het hinderlijk geraas in de woelige buurt, waar ons Gymnasium gelegen is: ten einde de stoornis der lessen voor eene klasse te verhelpenwerd deze verplaatst naar een ledig staand vertrek in den zijvleugel van het gebouw langs de Vlier- steeg gekeerd; daar echter wordt de betrekkelijke stilte en rust verkregen in een bekrompen, somber, afgelegen vertrek, laag van verdieping, dat voor eene talrijke klasse niet berekend noch in te rigten is. Aan de klagten over kleine ongemakken ten gevolge der inwendige constructie van enkele deelen van het gebouw, het klankgevend gedruisch op trappen en portalen b. v. was ligter te gemoet te komen, en gereedelijk is aan ons verzoek tot herstel voldaan. De voorgenomen vervanging der straatsteenen in een deel van het Westeinde door houten blokkenelders met goed gevolg beproefd, alsmede enkele politiemaatregelen tegen uitventers en orgeldraaijers genomen of te nemen beloven eerlang ge- wenschte voorziening tegen de hoofdbezwaren uit de ligging van het Gymnasium gerezen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 182