De Commissie voornoemd Namens haar: C. A. van der Kemp, Voorzitter. P. A. van den Velden, Secretaris. De Commissie betreurt het te meer op ongunstige verschijnselen te moeten wijzen, daar zij blijkbaar het gevolg zijn van een maat regel dien zij zich veroorloofde met nadruk te ontraden. Zoolang namelijkkrachtens een vroeger besluit van Burgemeester en Wet houders in overleg met het Schooltoezigt genomen, de leerlingen der Gemeentescholen het Gymnastieklokaal moesten bezoeken des namiddags van 2 tot 3 urewerden zij slechts bij uitzondering daarvan teruggehouden; maar het nu, op aandrang van een nieuw opgetreden Schoolopzienervastgestelde middaguur blijkt zeer onge schikt. Thans toch wordt den kinderen de vrijheid gelatende gymna stiekles al dan niet bij te wonenen het kan niet bevreemden dat zij dan liever naar hunne woning gaan omna eenige uren van inspanning, zich met het nemen van voedsel of van rust te verkwikken, of wel den tijd doorbrengen op de straat. Zeker is het, dat thans een groot deel hunner het gymnastisch onderwijs derftin strijd met den verklaarden wil van den wetgever niet alleen, doch gewis ook tegen de bedoeling van het Gemeente bestuur, hetwelk een geschikt lokaal stichtte en een onderwijzer bezoldigt ter wille vooral van de leerlingen der Gemeentescholen. Maar ook het nevendoel der daartoe bestede uitgaven de opening eener gelegenheid voor andere kinderenter verkrijging van goed gymnastisch onderwijs wordt ten gevolge der bedoelde verandering der uren minder dan vroeger bereikt. Gelijk de Com missie voorzag werden vele betalende leerlingendie in verband met huiseEjke schikkingen de gymnastiekles geregeld konden be zoeken op het middaguur, daaraan onttrokken, toen eene ver- schikking moest plaats hebben-. De Commissie mag ten slotte van de onderwijzers bij voortdu ring met lof gewagen en ook een gunstig verslag geven van den toestand der werktuigen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 203