van Plüto vond eene bevallige Pascal: de Muze van Sopho- Shakespear’s genie niet doen schen of Latijnschen oorsprong verminderd is, inzonderheid ook daardoor, dat de elementen hunner voortreffelijkheid werden op genomen in de kunstgewrochten der nieuwere tijden. Eeuwen lang laafden zich de edelste vernuften der beschaafde wereld aan de bronnen van onvervalschten smaak bij overlevering tot ons gekomen allengs ontsprong een eigen bronweleen nieuwe ader van ernst en luim, gewijzigd door volksaard en bodemen geschiedenis, naar de telkens wisselende gedaanten en voorstellingen van den mensche- lijken geest. De onnavolgbare ironie mededingster in de fijne scherts van kees kon de stoute scheppingen van vergeten, en HoMEEUS-zelf, de vader der Grieksche beschaving, kan aan de zonen der 19de eeuw geene vergoeding schenken voor Goethe, dien Pboteüs in zangen en stijl. Desniettemin blijft de absolute, innerlijke waarde der klassieke overblijfsels onverminderd in stand, en zij die van oude, doode talen spreken, miskennen het karakter van voortbrengselseeuwig frisch en jong als de zin der geslachten uit welke ze ontsproten. Voor de jeugd en jongeling schap bezitten deze eene eigenaardige aantrekkelijkheidomdat zekere moedwillige levenslust eu overvloed van krachten zich af spiegelt en uitdrukt in de beste modellen der oude letterkunde. Zoo de moderne wereldbeschouwing veelzins afwijkt van antieke vormen en opvatting, onze hedendaagsche volmaking blijft voor het opgroeijend geslacht geen gesloten boekgeboren en opgevoed in de omgevingin de behoeften en eischen van dezen tijdis het ideale der grijze oudheid meer behoedmiddel tegen eenzijdigheid dan doelwit voor hun streven. Het grove materialisme, dat slechts bevrediging zoekt in stoffelijk voordeel en zinnelijke genietingen kan geen vaster breidel vinden dan in de hulde en dienst eener vervloden wereldin het navorschen der geheimen van asthetische voortreffelijkheid, in het oplossen van raadsels, voor ons zonder belang, doch die voor eeuwen de tijdgenooten prikkelden en bezig hieldenin het ontleden der naïvekinderlijke gedachtenop welke onze vooruitgang werd gebouwd. De schijnbaar dorre, onbehage lijke verklaring van grammaticale regels en taalvormen kan tot opscherping van het versland en oefening van het oordeel uitnemend dienstbaar worden gemaakt, en wij mogen tot bewijs en staving

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 205