moeijelijk die vakken op zoo uitgebreide schaal te behandelen en te bestuderenals noodig was voor zijne lessen over scheikunde in de hoogste klassen. Door deze beschouwingen geleid volgde de Heer Spkuvt bij den aanvang zijner lessen over de zoölogie een handboek, dat tusschen de twee rigtingen doorzeilt, doch de resul taten bevredigden hem niet. Daarentegen verklaarde hij het beste gevolg te hebben gezien van zijne lessen over scheikunde, gedu rende de eerste weken van den cursus in dezelfde klassen voor gedragen die behandeling was noodzakelijk tot regt begrip van vele onderwerpen in het handboek, dat hij zich genoodzaakt zag te volgen. Ofschoon nu de leeraar zelf onvoldaan was over de vruchten van zijn onderwijs, hield hij niettemin de belangstelling van bet grootste deel der leerlingen onmiskenbaar gaandehoe zou dit ook anders bij eene wetenschap die ons in kennis brengt met de belangrijkste verschijnselen in de natuuren bij eene voordragt als die den Heer Bellaar Spruyt eigen is! Uit dien hoofde hadden wij wel bedenking tegen een voorstel, in de maand Mei van dezen leeraar uitgegaanter gelegenheid van het opmaken van het plan der lessen voor het schooljaar 1866/7: op grond bovenal van het tijdroovende en de moeite aan de lessen in de tweede afdeeling verbondenwaaronder ook het gehalte van zijn onderwijs aan de hoogere burgerschool nadeel leeddrong hij ernstig bij ons collegie aan op eene reductie van het aantal zijner urenof liever nog wenschte hij geheel te worden ontslagen van alle lessen op de tweede afdeeling. Daarmede ging gepaard een soortgelijk verzoek van den Heer Dr. van de Sande Bakhuizen, om te worden ontheven van het onderwijs in de physica; ook deze beriep zich op het bovenmatig aantal uren tot 27 zullende stijgen voor zijne lessen gevorderd; op de onmogelijkheid van behoorlijke voorberei ding, het in orde maken der proeven en den daarvoor benoodigden tijd; het ontoereikende der lesuren bij de tegenwoordige inrigting voor het derde jaar bestemdzelfs kwam het wenschelijke van geheel het onderwijs in de natuurkunde op het Gymnasium hem twijfelachtig voor. Het vertrek van beide leeraars weêrhield ons eene beslissing te nemen; natuurlijk zullen wij, vóór den aanvang der lessen, omtrent het plan voor den nieuwen cursusmet de nieuw benoemde docenten in de wis-, natuur- en scheikunde in overleg

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 208