om die kunst tot zekere hoogte te volmaken. Van klassieke stu
diën moet deze vrucht ééne der edelste zijn, dat men de schatten
leere opdelven, die in eigen bodem historie en taal- en letterkunde
verborgen houden.
De derde klasse, in September uit tien leerlingen zamengesteld
was bij het eindigen van den cursusalthans bij het afnemen van het
examen in Julij, tot vier versmolten. Een der tien nam reeds
afscheid in de maand Mei: redenen van huisselijken aard deden
hem naar Leiden verhuizen, en hij maakte van de welbekende
zwakheid der faculteit gebruik om als student te worden ingeschre
ven. Het doet ons leed, dat deze goedgezinde, maar onrijp en
ongeschikt om het hooger onderwijs te volgentot bijwoning der
lessen is toegelaten. Kort daarop beproefden vijf anderen de for
tuin en ook deze werden toegelatener zou voor de meest ge
vorderden uit onze eerste klasse bij zoodanige vierschaar geene
reden noch vrees voor afwijzing bestaan. Men behoeft de zieners
gave niet om te voorspellendat deze voorbeelden aanstekelijk zul
len werken en dat het peil der Akademische lessen al dieper en
dieper dalen zal.
Twee uitstekende hoogleeraren aan de Leidsche Hoogeschool
kunnen tot staving van dit gevoelen worden aangehaald. Het
dezer dagen (den 4den Augustus) verschenen Verslag omtrent den
staat der hooge-, middelbare- en lagere scholen over 1864/5,
bevat deze merkwaardige zinsneden op blz. 3Onder leiding van
den Hoogleeraar Goüdsmit is wekelijks de eene of andere moeije
lijke pandectenplaats behandeld en daarover kritiek gehouden: deze
Hoogleeraar vermeldt overigens, dat, de kennis der Latijnsche taal
steeds verminderende, van de studie van het Komeinsche regt niet
die vruchten genoten werdenwelke van de veranderde en verbe
terde methode te wachten waren; en blz. 6: Het oordeel omtrent
vlijt en vorderingen der studenten is verschillend. De Hoogleeraar
Cobet noemt een deel der jonge lieden onrijp en ongeschikt om
akademisch onderwijs te ontvangen. De Hoogleeraar Dozy ver
meldt, dat de toenemende gestrengheid der examens gunstig op
de middelmatigen, maar zeer nadeelig op de beteren werkt: zelf
standige studie is tegenwoordig uiterst zeldzaam.
De vier uitstekendsten door aanleg en vlijt bleven, en stonden