f. Engelsen, 1 uur.
a. Voortzetting der Spraakkunst.
b. Dictees en opstellen.
van de vroegste tijden tot op
den Munsterschen vrede, naar het Handboek van L. Mulder,
Arnhem, 1865. (6de druk).
d. Fransch, 1 uur.
a. Opstellen over vrij gekozen onderwerpen.
b. Lezing en verklaring van een treurspel van Racine, van
een blijspel van Molière en van gedeelten uit Mignet’s
Retraite et Mort de Charles V en van le Conscrit de 1813
van Chatrian, Parijs, 1866.
c. Korte geschiedenis der letterkunde van de eeuw van
Lodewijk XIV tot op het Consulaat.
e. Hoogduit sen, 1 uur.
a. Voortzetting van de Spraakkunst, volgens Bruck.
b. Vertalingen in het Duitsch uit de Mustersttlcke Hollan-
discher Prosa.
c. Lezing en vertaling van de Jungfrau v. Orleans en van
Wilhelm Tell van Schiller.
b. Latijn, 8 uren.
a. Voortzetting van het onderwijs in de Spraakkunst.
b. Themata, volgens Reitz.
c. Prosodie.
d. Voortzetting van Nepos, gevolgd door de lezing en ver
klaring van stukken uit de Metamorph. van Ovidius, uit
Caeesar de Bello Gallico en van de Bellum Cat. van Sal-
lustius.
Spraakkunst, volgens Dr. Kern’s Handleiding, 2de stukje.
b. Oefening in stijl.
e. Kritische lezing van Wolferd van Borssele, Treurspel.
Amsterdam1865.
d. Vaderlandsche geschiedenis
(I.
EN VADERLANDSCHE GESCHIE-
c. Hollandsche taal
denis, 3 uren.