en de onderscheiden instrumenten uit te noodigen tot van het onderzoekzoowel der Koorgezangklassenwaar het elementair onderrigt wordt gegevenals der lagere instrument- klassenwaaruit de leerlingen later onder hunne leiding moeten komen. Op die wijze werd het mogelijkde leerlingen naauwkeurig te ondervragenhen proeven te laten geven van hunne vaardigheid in het spelen van het blad en van hunne vlugheid van opvatting en een juist oordeel te vellen over de geschiktheid tot bevordering naar hoogere klassenterwijl daardoor tevens aan de bij het on derzoek tegenwoordige deskundigen en Hoofdonderwijzers gele genheid werd verschaft tot het geven van wenken en het maken van aanmerkingenwaarvanvoor zoover zij gegrond werden be vonden, een nuttig gebruik is gemaakt. Aan dit examen werden drie volle dagen ten koste gelegd. deringen moet uitoefenen. Het examen in de laatste dagen van Junij des vorigen jaars gehouden, heeft daarvan aanvankelijk ver blijdende bewijzen opgeleverd. Aan dat examen werd mede eene andere inrigting dan vroeger gegeven, ten einde het meer aan het doel te doen beantwoorden- Vroeger had het in den regel in het openbaar plaats; het gevolg daarvan was, dat de onderwijzers, om met hunne leerlingen bij het publiek eer in te leggenhen lieten optreden met lang te voren bestudeerde stukkenen dat voor het onderzoek naar wer kelijke kennis en bekwaamheid weinig of geen gelegenheid bestond. Ditmaal werd het gehouden in de schoollocalenmet uitsluiting van het publiekalleen voor de Commissie van Toezigt en eenige deskundigen. Als zoodanig waren door de Commissie uitgenoodigd de Heeren Dr. J. P. Hei je van Amsterdam; Hol, Muzijkdirec- teur te Utrecht; Bakgiel, Muzijkdirecteur te Rotterdam; Boeks, Muzijkdirecteuren Klebck, organist te Delft; Dunklek, Kapel meester bij het Corps Grenadiers en Jagers, en K. van den Heuvel te Gravenhage. De beide laatsten hebben op heusche wijze aan de uitnoodiging beantwoord; de andere Heeren werden door de destijds heerschende cholera-epidemie weêrhouden van herwaarts te komen en hunne medewerking te verleenen. Voorts werd het nuttig geoordeeld ook de Hoofdonderwijzers voor den Solozang bijwoning

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 225