VERSLAG omtrent den staat der Akademie van Beeldende Kunsten te ’sGravenhage, over hel jaar 1866. Bijlage AA. ’sGravenhage April 1867. De Raad van Bestuur der Akademie van Beeldende Kunsten alhier heeft bij deze de eer aan het Gemeentebestuur over te leggen het verslag omtrent den staat van deze instelling over het jaar 1866. Dit overzigt zal zich bijna uitsluitend bepalen tot eenige statis tieke opgavenwaaruit in elk geval blijkt dat de Akademie steeds voorwaarts schrijdt; kenmerkende gebeurtenissen voor de Akademie hebben zich in het afgeloopen jaar niet voorgedaan. Het steeds toenemend aantal leerlingen is voorzeker een groot bewijs dat het akademieonderwijs gewaardeerd wordt, en indien de belangstelling der leden aan dit voortdurend toestroomen van leerlingen eenig- zins geëvenredigd warezou de Raad allengs meer op eigen krachten kunnen bouwen. Behalve deze blijvende grief is de terugblik op het vervlogen jaar in de meeste opzigten bevredigend, in enkelen echter droevig. Het verlies van een hooggeacht be stuurslid is ongetwijfeld de treurigste gebeurtenis die bij dat her denken voor den geest komt. In de maand February van het afgeloopen jaar overleed de Hoog WelGeb. Heer Jhr. J. W. van Sïpesteyn, in wien de Akademie een ijverig bestuurder en kundig raadsman verloren heeft, die door allen, zoo bestuur als onder wijzers, om zijn juist oordeel en beminnelijken omgang hoog werd geschat. Door de daarop spoedig volgende sluiting van den cursus is in de ontstane vacature niet onmiddellijk voorzien. Eerst in eene algemeene vergadering, op den 27sten September gehouden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 230