van ver- ongelukkig geslaagd te zijn en van uitkomsten te mogen verwachten. Omtrent den gewonen gang der zaken heeft het Burgerlijk Armbestuur geene bijzondere mededeelingen te doenen vermeent zich daaromtrent tot het in vroegere verslagen vermeldde te kun nen refereren. Het heerschen der cholera-epidemie in 1866 heeft op het aantal der bedeelden en de daarvoor wekelijks te verstrekken (zooge naamde) vaste bedeeling geen zeer merkbaren invloed uitgeoefend, Nadat de ondervinding reeds sedert lang had geleerd, dat de verdeeling der Gemeente in zes onderstandswijkenzooals die omschreven was in het Reglement van den 13den December 1861 zeer ongelijkmatig was met opzigt tot het aantal bedeelden en dat der behoeftigen aan wie genees- heel- en verloskundige hulp wordt verleend; en voorts was gebleken dat de dienst in 'sGra- venhage, zelf gevoegelijk door vier in plaats van door vijf Armen- opzigters koude worden verrigt, vond het Armbestuur in het af treden van den Heer Franken gereede aanleiding om de proef eener nieuwe wijkverdeeling te nemen en stelde dien ten gevolge den 2den November 1866 een nieuw reglement vast, hetwelk met den Isten Januarij 1867 is ingevoerd. Het had daarbij op het oog om de bedeelden zooveel mogelijk in vier gelijke groepen te verdeelen, ten einde niet langer een zoo groot verschil in het aantal bedeelden zou bestaan dat ieder Armenopzigter onder zijn toezigt hadals tot nog toe het geval was. Een dezer wijken werd echter zoodanig zamengestelddat die met opzigt tot de geneeskundige dienst in twee afdeelingen werd gesplitst, zoodat het aantal geneeskunstoefenaren hetzelfde bleef. Hierbij werd er tevens op gelet, dat het grooter aantal in ge neeskundigen onderstand opgenomen personen, waartoe, gelijk bekend is, ook de bedeelden der Kerkelijke Armbesturen behoo- ren, in berekening kwam tegenover een minder aantal wijkbedeel- denen werd ook het meer of min verspreid wonen in aanmerking genomen. Ofschoon het Burgerlijk Armbestuur zich het onvolkomene het werk der wijkverdeeling, dat met vele moeijelijkheden bonden isniet wil ontveinzenmeent het echter daarin niet deze nieuwe regeling gewenschte

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 235