portiën spijs daags; en die van 252 gezinnen, te zamen uitmakende
558 personen, verminderd met/1.40 en 7 brooden ’s weeks, be
nevens 329 portiën spijs daags. Hierdoor en ten gevolge der sedert
den Isten Januarij plaats gehad hebbende mutatiën wegens over
lijden enz. werd de lijst der bedeelden teruggebragt op 449 gezinnen,
uitmakende 900 personen, bedeeld met ƒ283.05 en 785 brooden
’s weekswaarvan
alhier armlastig 388 gezinnen, uitmakende 768 personen, bedeeld
met ƒ240.25 en 712 brooden ’s weeks, en
elders armlastig 61 gezinnen, uitmakende 132 personen, bedeeld
met ƒ42.80 en 73 brooden ’s weeks hetgeen in verhouding tot
ongeveer het zelfde tijdstip des vorigen jaars op nieuw eene ver
mindering aanwijst.
Het hoogste cijferwaartoe het aantal bedeelden gedurende het
wintersaizoen was geklommenbedroegdaaronder begrepen de
tijdelijk ondersteunden te Scheveningenin 1865:
Alhier armlastigen
737 gezinnen, uitmakende 2199 personen, ondersteund met
ƒ269.35 en 1368 brooden ’s weeks en 850 spijsportiën daags.
Elders armlastigen
85 gezinnen, uitmakende 227 personenondersteund met/50.10
en 110 brooden en 33 spijsportiën daags.
Te zamen
822 gezinnen, uitmakende 2126 personen, ondersteund met
ƒ319.45 en 1478 brooden met 883 spijsportiën daags;
en in 1866:
Alhier armlastig
680 gezinnen, uitmakende 1958 personen, ondersteund met
265.15 en 1236 brooden 's weeks en 770 spijsportiën daags.
Elders armlastig
86 gezinnen, uitmakende 222 personen ondersteund met/51.45
en 107 brooden en 26 spijsportiën daags.
Te zamen
766 gezinnen, uitmakende 2180 personen, ondersteund met
ƒ316.60 en 1343 brooden ’s weeks en 796 spijsportiën daags;
alzoo, in vergelijking met 1865,