Vrouwen.
Mannen.
Kinderen, i Te zamen
7
7
111
51
53
5
6
1
1
2
16
5
9
44
5
95
46
Zoodat het aantel verpleegden op
31 December 1866 bedroeg
44
9
95
16
44
7
2
1
Werd in den loop des jaars ver
meerderd door de opname van
Zoodat in 1866 in het geheel zijn
verpleegd
Daarentegen zijn afgevoerd
Als overleden
Als in staat zelve in het onder
houd te voorzien
Als oude vrouw verpleegddaar
zij wegens zwakte van geest
vermogens waarschijnlijk nim
mer in staat zal geraken voor
zich zelve te zorgen
Door het betrokken D. v. O. op
gevorderd
Gedeserteerd
laten, dat het aan de Commissie tot het verleenen van hulp aan
cholera-lijders in den afgeloopen zomer vergund heeft de verstrek
kingen van ligging, dekking, voedingenz.uit dat gesticht te doen
plaats hebbenhetgeen onder toezigt der Commissie mede door den
Directeur werd verrigt en waarover hem de meeste tevredenheid
werd te kennen gegeven.
Niettegenstaande eenige verpleegden, aan wie bijzondere werk
zaamheden in het Bestedelinghuis waren opgedragen overleden zijn
en eene zich willekeurig heeft verwijderdheeft tot dusverre het
aanstellen van suppoosten geen plaats gevonden, maar heeft de
Directeur daarin door het verzorgde personeel weten te voorzien.
Het gedrag der bestedelingen was over het algemeen geregeld,
en terwijl slechts een der verpleegdenhoogstwaarschijnlijk ten
gevolge van zijn vroeger ongeregeld gedragaan cholera is be
zweken was de gezondheidstoestand der overigenin aanmerking
genomen hun leeftijd en sommiger physieke omstandighedengunstig
te achten.
De bevolking van dit gesticht, die op den Isten Januarij bestond uit: