Bijlage CC.
's Gkavenhagf. den Weten Maart 1867.
een hooger cijfer bedragen
alléén aan geneesmiddelen
Voldoende aan het voorschrift van art. 23 der Verordening,
houdende regeling der Gemeente-Apotheekhebben wij de eer
aan Uw Edel Achtbaren het navolgend verslag omtrent den staat
dier inrigting over het jaar 1866 uit te brengen.
De toepassing der verordeningen heeft geen bezwaren onder
vonden en ieder heeft zich zoo beijverd om ze na te leven, dat
noch van de zijde der Gemeente-geneeskunstoefenaren, noch van
die des Apothekers eenige klagt tot ons gekomen is.
Wij verheugen ons des te meer ook nu, even als ten vorige
jare, dit getuigenis te kunnen afleggen, terwijl de werkzaamheden
voor de Geneeskundigen en den Apotheker door den ongunstigen
gezondheidstoestand gedurende eenige maanden bovenmate ver
meerderd waren.
De door Uw Edel Achtbaren bij den Gemeenteraad aangevraagde
gratificatie voor den Gemeente-Apotheker en zijne bediendenis
door dezen erkentelijk ontvangen als een blijk van ’s Raads
tevredenheid.
In den loop van het jaar 1866 zijn aan de Gemeente-Apotheek
gereed gemaakt 81060 recepten, waaronder begrepen 19741
ten behoeve van verpleegden in het Gasthuis zijnde 12143
meer dan in 1865welke vermeerdering voornamelijk aan het
heerschen der Cholera is toe te schrijven.
Daardoor hebben de uitgaven ook
te weten van 9741.66, waarvan
slechts is uitgegeven 3582.16-1.
Gelijk wij in onze vorige verslagen steeds hebben opgemerkt,
bestond er groote behoefte aan eene meer geEjkmatige verdeeling