Aug. Allebé, en 63 Ten slotte van dit Hoofdstuk moeten wij nog melding maken a. van het Nationaal Tooneel, waarvan de directie door ons bij voortduring aan den Heer Valois werd gegund, en dat in het afgeloopen jaar zich steeds goed staande heeft gehouden, onaangezien de tijdsomstandigheden op deze onderneming een zeer ongunstigen invloed uitoefenden; b. van den Franschen Schouwburg, welker directie op nieuw door ons werd toevertrouwd aan den Heer Jahn, die door ijver en bekwaamheid in zijne onderneming weder naar wensch is geslaagd en naar onze meening allen lof verdient voor de wijze, waarop hij zijne belan gen met die der kunst weet te vereenigen. De Gemeente beeft de muzijk aangekocht voor de opéra-comique le Capitaine Henriot van Mermet en voor Laraopéra-comique van Maillard terwijl zij voor die werken ook de gevorderde nieuwe décors heeft doen vervaardigen c. van de in 1866 alhier gehouden tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, welke tentoonstelling zoo niet in tal, toch voorzeker in keur van werken uit muntend mogt heeten. De uitgeloofde zeven gouden medailles werden op voor stel der Jury toegekend aan: de Heeren A. Wüst, Mej. Maria Vos, als Nederlandsche kunstenaars, en de Heeren G. Courbet en J. Cernak, als vreemde kunstenaars. J. VAN DE SANDE BaKHUIJZEN, T. SCHELTEMA,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1866 | | pagina 69