Jhr. Mr. W. Quarles van Ufford,
Bijlage O.
’s Gravenhage, den ~\Aden Maart, 1868.
Leden.
a.
b.
lijfgoedde Heeren:
en
het linnen-tafel-bedden- en i
D. P. J. van Waning,
Mr. A. J. C. Maas Geesteranus;
de localen, het huisraadde levensmiddelen, de brandstof
fen enz.de Heeren
Jhr. Mr. W. Quarles van Ufford, en
F. N. de Charro;
van welke beide Sub-Commissiën onze Voorzitter de Heer Mr. H.
Baron Collot d’Escury, ingevolge gezegd Reglement, mede-Lid
en tevens Voorzitter is.
Naar luid van art. 13 der Verordening, regelende onzen werk
kring, van den 24sten Januarij 1865 (Verzameling n°. 253), hebben
wij de eer U het navolgend Verslag aan te bieden nopens den staat
van het Gasthuis dezer Gemeente over het jaar 1867.
De herbenoeming door Uw Collegie en door den Gemeenteraad
van den Voorzitter en de leden Uwer Commissie, bragt dus in
haar personeel geene verandering te neeg. Zij bleef zamengesteld
als volgt:
Mr. H. Baron Collot d’Escury, Voorzitter.
F. N. de Charro,
D. P. J. van Waning, en
Mr. A. J. C. Maas Geesteranus,
In de bij art. 8 van ons Reglement van Orde voorgeschreven
Vergadering werden almede herbenoemd tot leden der Sub-Com
missie over: