nomen verdeeling. En toch, hoe verschillend waren de vruchten
ook van het onderwijs door denzelfden leeraar medegedeeld in
verschillende vakken van studieWij hebben met naauwlettende
zorg den gang der zaken gadegeslagen, wenken en teregtwijzing
verleend waar dit noodig scheen en steeds een welwillend en
geopend oor voor onze vermaningen gevonden. Hiermede was
evenwel het gebrekkige niet aanstonds verbeterd, de leemten niet
aangevuld, men onttrekt zich moeijelijk aan eigenaardige vormen
en gewoontenofschoon het besef levendig isdat ze schade doen
aan de beoogde doeleinden en soms geheele afwijking medebrengen.
Wanneer wij dus den staat onzer inrigtingen bevredigend noemen,
ook wat het onderwijzend personeel betreftdan gelieve de Raad
dezer Gemeente in gedachtenis te houdendat de eerste jaren na
de invoering der Wel noodwendig de grootste bezwaren met zich
sleepten, dat onmogelijk aan alle wettelijke vereischten op eenmaal
kon worden voldaan, dat van de zijde der leerlingen somtijds
billijke klagten over te groote inspanning niet eensklaps konden
ophouden en dat wij zeggen mogen de zorgen en kosten voor het
middelbaar onderwijs alhier zijn wel besteedwanneer wij gesta-
digen vooruitgang en toenemenderi bloei mogen aanwijzen.
Van het aantal leerlingen op de Hoogere Burgerschool geldt
dit al dadelijk. De schoolcursus 1866/67 ving aan met 107,
welk cijfer in den loop des jaars tot 124 leerlingen klom. Wij
zullen Uwe aandacht niet vermoeijen met eene opgaaf der afwis
selingen door vertrek, verplaatsing, teleurgestelde uitzigten in de
verschillende klassen wat het getal scholieren betreft, veroorzaakt,
doch het komt ons noodig voor de laatste indeeling te vermelden,
omdat de talrijkheid der leerlingen in drie klassen al spoedig de
bruikbaarheid en noodige ruimte der lokalen zal wegnemen, eene
opmerking die Uwe ernstige overweging ten volle verdient. Van
de 124 leerlingen waren geplaatst in de 1ste klasse 37, in de
2de klasse 27, in de 3de klasse 31, in de 4de klasse 21 en
eindelijk in de 5de klasse 8 leerlingen.
Wij stellen ons voor in een ander deel van dit Verslag afzon
derlijk over de geschiktheid en doelmatige inrigting van het gebouw
voor beide afdeelingen van het Gymnasium thans in gebruik,
onze beschouwingen aan U voor te dragenhier mogen wij de