i aanvallen, naar een’ plaatsbekleeder om te zien om tijdelijk zijne taak te volbrengen. Reeds gedurende de maand Mei trof hij eene schikking met den huisonderwijzer Mr. N. J. Bekkington, die onder onze goedkeuring de lessen op zich nam, een aanvankelijk herstel liet den Heer Bülkley toe met ’t begin van Julij den arbeid te hervattenzoodat hij aan het eind-examen kon deelnemen. Na een verblijf buiten’s lands scheen hij met nieuwen moed tot zijnen werkkring terug te keeren, ondanks eene spraakbelemmering, die voor leeraar en hoorders beiden hinderlijk was. Weldra bleek het krachtig gestel van den ÏOjarigen man langzaam ondermijnd te zijnonder dagteekening van 23 October jl. rigtte hij een adres aan den Raad, waarin hij verklaarde, door ongesteldheid buiten staat te zijn om zijne betrekking aan het Gymnasium waar te nemen waarschijnlijk gedurende den geheelen cursus 1867/8, doch de be lofte afleggend van zich uiterlijk op 1°. Mei 1868 te decideren omtrent Het al of niet weder opvatten zijner werkzaamheden, bij den aanvang van den daarop volgende cursus. Hij verzocht dien ten gevolge verlof voor dien tijd, terwijl hij op zich nam in de tijdelijke waarneming te voorzienzijnde de Heer F. S. Gomm destijds leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Tilburg, genegen die tijdelijke waarneming, tegen genot van schadeloosstelling, op zich te nemen. Bij Raadsbesluit van 29 October werd aan den Heer Bülkleï om redenen van gezondheid het verlof toegestaan onder toekenning van eene som van 3.75 uit de Gemeentekas als bijdrage in de kosten zijner vervanging, en onder bepaling, dat hij vóór of uiterlijk op 1°. April 1868 een besluit zal moeten nemen omtrent het al of niet hervatten van zijne werkzaamheden. Aangaande den ijver, de leermethode en geschiktheid van den Heer Gomm kunnen wij de gunstigste getuigenis nu reeds afleggen. Tot leeraar in de scheikunde en de natuurlijke historie behaagde het UEd. Achtb. in de Raadszitting van 30 Julij jl. te benoemen Dr. W. F. Koppeschaak te Leiden die bij den aanvang van den nieuwen cursus zijne lessen opendeen door duidelijkheid van voordragt, keuze en ontwikkeling van hoofdpunten, opwekkende toelichting inderdaad uitmunt. Omtrent het onderwijs van den leeraar van der Waals kunnen wij slechts de lofspraak herhalen in ons vorig Verslag als aanvankelijken indruk van diens lessen vermeld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 137