van
stemd zijn van ons toezigt uitgezonderd. Het onderwijs in de
bouwkunde, door 91 leerlingen genoten, blijft goede vruchten
dragen;‘doch ondervindt het nadeel van te geringe voorbereiding
der leerlingen in wis- en natuurkunde. De onderwijzers kwijten
zich met ijver van hunne taakhet aantal leerlingen gedurende
de cursus 1866/7, bedroeg gemiddeld 300.
In ons vorig Verslag gaven wij berigt van de eerste wording
en beginselen der Burger-, dag- en avondschool; die jeugdige
kweekschool heeft onze verwachtingen niet te leur gesteld. Bleef
ook het getal aangenomen leerlingen beperkt en beneden het
cijfer naar maatstaf der bevolking elders bereikt, hun gedrag
en hunne vorderingen waren allezins bevredigendenkelen
munten zelfs uit door aanleg en vatbaarheid. De goede geest,
orde en tucht die wij telkens bij onze bezoeken opmerkten, zijn
bovenal te danken aan den directeur den Heer W. Blüm, die,
bijgestaan door den leeraar Ant. Aaltz voor de stipte nakoming
zorgt van alle voorschriften en verordeningen. Bij het overgangs
examen op den Isten Augustus 1867, in tegenwoordigheid van
vier leden onzer Commissie gehoudenwerden van twintig leer
lingen uit de eerste klasse veertien tot de tweede bevorderd. Daags
daarna werden van negen en twintig nieuwelingen die zich ter
toelating hadden aangemeld negentien aangenomen (zeven van de
aspiranten hadden om verschillende redenen zich niet aan het
examen onderworpen)het gezamenlijk aantal ingeschreven leer
lingen bedroeg bij het openen van het nieuwe schooljaar veertig,
welke vijf en twintig tot de eerste, vijftien tot de tweede
klasse belmoren.
In Uwe zitting van den 29sten October jl.werd de Heer
Louis Bleekrode, destijds doctorandus in de wis- en natuur
kunde aan de' Leidsche Hoogeschool, op onze voordragt door
U Edel Achtbaren benoemd tot leeraar in de natuur- en schei
kunde, de werktuigkunde, de technologie en de natuurlijke histo
rie bij de Burger dag- en avondschool alhier.
Sedert op den ]4den December verkreeg hij den doctoralen
graad, na verdediging van een proefschrift, dat van ernstige studie
getuigt. Voor zooverre de ondervinding Jvan weinige weken een
oordeel vergunt, boeit Dr. Bleekrode bij zijne lessen door eene