dezen maatregel deden zich ook nu weder mende in het Verslag over het vorige jaar doet sedert dat tijd stip weder eenigen achteruitgang kennen. De Commissie mag dan ook niet nalaten nogmaals haar leedwezen uit tedrukken over den in 1866 genomen maatregel om de leerlingen der Gemeentescholen het Gymnastiek-lokaal te doen bezoeken op het middaguurin plaats van op het namiddaguur tusschen 2 en 3 ure, zooals vroe ger geschiedde. De gevolgen van gevoelenzoowel wat betreft de minder geregelde opkomst der leerlingen van de burgerscholen 1ste en 2de klasseals wat betreft het getal der betalende leerlingen hetwelk sedert dien tijd steeds verminderd is uithoofde van noodzakelijk geworden verschikkingen van uren. In de opkomst der kweekelingen was daarentegen eenige voor uitgang te bespeuren. Gedurende het jaar 1867 ondergingen 11 gebrekkige kinderen eene speciale orthopedische behandeling. Bij velen hunner zijn de gunstige gevolgen dezer behandeling reeds duidelijk zigtbaar. Door 12 jongelieden werd vrij ijverig gebruik gemaakt van de opengestelde gelegenheid om zich aan het Gymnastiek-lokaal in de wapenoefeningen te bekwamen. Eindelijk mag de Commissie niet onvermeld laten datdaar zij opgemerkt had dat de liefhebberij voor de gymnastiek bij volwas senen niet in die mate was toegenomen als billijkerwijze mogt verwacht worden sedert de openstelling van het daartoe bestemde lokaal, zij er op bedacht was maatregelen in het leven te roepen, om dieh lust meer aan te wakkeren. Ten einde daartoe te ge raken, besloot de Commissie het lokaal gedurende drie avonden per week telkens voor twee uren open te stellen voor volwassenen van 18 jaar of daarboven, tegen eene matige tegemoetkoming aan den onderwijzer. In hoeverre deze poging gelukt is, zal eerst uit het Verslag van het volgende jaar kunnen blijken. Om verschillende redenen heeft in het jaar 1867 geene openbare les plaats gehad. Ten slotte deelt de Commissie mede dat zij het verlies te be treuren had van haar ijverig medelid Jhr. Mr. W. Stxdie gemeend heeft zijn mandaat als zoodanig te moeten nederleggen. In de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 162