drie jonge lieden welke hunnen leer- Met het einde Zwolle, kort daarop als organist naar 's Gravenhage zijnen arbeid te zien verloren gaanbehoeft niet na afloop van hetzelve van Diligentia eene Soiree Musicale gegeven het publiek gelegenheid te verschaffen om zich Tot dat einde en van het nieuwe schooljaar 18671868 (12 Augustus) is de frequentie der leerlingen wederom eenigzins toe genomen. Voor de koorgezangschool zijn 62 nieuwe leerlingen zes kweekelingen zijnde van 's Gravenhage openbaar gehouden wordt, is eenige dagen in de concertzaal ten einde ook aan met de vruchten der school bekend te maken, werden door de orchest-klasse eene ouverture en symphonie door de meest gevorderde leerlingen eenige solostukken uitgevoerd waaronder compositiën van cursus volbragt hadden. van het schooljaar 18661867 zijn eervol met diplomata van de school ontslagen Mejufvrouw M. C. M. Zanakdi de Heeren: W. Hempeniüs van Zaandam beroepen A. J. C. W. van Hove van H. W. Wohlkabe, geboren te Hamburgde beide laatstge noemden als muzijkmeester hier ter stede gebleven C. W. Coenen van Gravenhagesedert naar Utrecht ver trokken en L. Winkel van Gouda thans te Delft gevestigd. Ofschoon het aantal der met diploma ontslagenen in de laatste jaren toegenomen iszou het aanzienlijken kunnen zijn indien het mogelijk ware te beletten, dat een leerling, zoodra hij het op een instrument tot zekere hoogte gebragt heeftzonder het einde van zijnen leertijd af te wachtenslechts ten halve klaar de school verlaat om in een of ander orchest eene plaats aan te nementen einde spoedig tot eenige geldelijke verdiensten te geraken. Het heeft nog niet mogen gelukken een afdoend middel te vinden om deze verkeerdheid tegen te gaan die maar al te dikwijls bij de ouders zelven der leerlingen aanmoediging vindt en waardoor de toekomst van menigen belovenden jongeling bedorven wordt. Dat het voor den onderwijzer niet aanmoedigend is op die wijze de vruchten van gezegd te worden. Met den aanvang

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 186