Bijlage Z.
’s Gkavenhage, den \sten April 1868.
den 3den September 1867
het Burgerlijk Armbestuur
Op nieuw geroepen omovereenkomstig art. 36 der Verorde
ning van den 27sten Augustus 1861 (^Verzameling n°. 191)
verslag uit te brengen omtrent zijne verrigtingen over het afge-
loopen dienstjaar 1867, heeft het Burgerlijk Armbestuur de eer
het volgende mede te deelen
Bij besluit Uwer Vergadering van
werden tot leden der Commissie van
andermaal herbenoemd de Heeren
F. N. de Chakko
Mr. C. A. van dek Kemp
Jhr. Mr. J. F. Schüükbeque Boeije en
Mr. W. Nierstrasz van Tienhoven
terwijl, naar aanleiding van art. 2 der Verordening, bij besluit van
den Heer Burgemeester van den 6den September 1867 de Heer
Wethouder, Mr. J. P. Vaillant, op nieuw met het Voorzitter
schap werd belast en de Heer Wethouder Mr. H. Baron Collot
d’Escury tot plaatsvervangend Voorzitter aangewezen.
Op voordragt van het Burgerlijk Armbestuur werd de Heer
W. K. H. Ziegelaar wiens diensttijd als Armenopzigteringe
volge het Baadsbesluit van den 3den December 1861, met ultimo
Augustus 1867 eindigde, alsmede de vier overige in die betrek
king werkzaam zijnde heeren voor wie het tijdstip van aftreden
met ultimo December daar wasop nieuw door Heeren Burge
meester en Wethoudersbij besluit van den 25sten November
1867weder aangesteld.
Aan den Heer P. P. Smeele die gedurende ruim vijf jaren
als klerk op het bureau van het Burgerlijk Armbestuur werkzaam
was en in de vervulling der hem opgedragen werkzaamheden de
goedkeuring van het Burgerlijk Armbestuur had verworven werd
op zijn verzoek, als zijnde in eene andere betrekking overgegaan,
een eervol ontslag verleend met ingang van den 15den Februarij
1867; terwijl op voordragt van het Burgerlijk Armbestuur, bij