h besluit van Heeren Burgemeester en Wethouders van den 27sten September 1867, in zijne plaats tot klerk is benoemd J. C. Robertson die sedert Maart voorloopig in die betrekking was werkzaam geweest. Alvorens tot de mededeeling over te gaan der gewone opgaven meent het Burgerlijk Armbestuur in herinnering te moeten bren gen, met verwijzing naar de handelingen van den Gemeenteraad, Bijblad 1865, bladz. 6 IV; 112 IV; 159 XXIX; Bijblad 1866 bladz. 231 j II; 257 XIV; 271 XVI; 288 III; 320 X en Bijblad 1867, bladz. 25 XXXII, dat de Gemeen teraad in zijne zitting van den oden Februarij 1867 besloot terug te komen op zijn besluit van den 15den Julij 1862, en in te trekken den aldaar uitgesproken wensch dat de gelden voort- vloeijende uit legaten of giften gemaakt aan- of gedaan ten be hoeve van de algemeene armen van (dra.venha.gewanneer zoo danige gelden aan het Gemeentebestuur werden ter hand gesteld worden uitgereikt aan de Algemeene Armenvergadering van Gra- venhageten einde door hare tusschenkomst zoodanig tusschen de verschillende kerkelijke Armbesturen te worden verdeeld dat de armen van al de in de Gemeente 's Gravenltage gevestigde en erkende kerkelijke gemeenten in billijke evenredigheid worden be voordeeld. Nadat de Algemeene Armenvergadering door Heeren Burge meester en Wethouders met dit besluit was in kennis gesteld heeft deze verklaard zich daarbij neder te leggen en het Burgerlijk Armbestuur te zullen toelaten tot het deelen in de legaten of giften aan de algemeene armen vermaaktterwijl zij zich tevens vereenigde met een voorstel van het Burgerlijk Armbestuur 4 om tot het vaststellen van een maatstaf van verdeeling der aan de algemeene armen opkomende geldenals den meest billijken grondslag aan te nemende ofticieële cijfers van het zielental der bedeelden van de verschillende Armbesturen zoo als die door bedoelde Armbesturen over 1866 aan het Gemeentebestuur zijn opgegeven en tengevolge waarvan aan het Burgerlijk Armbestuur 24-j^fr pCt- uit die gelden zal worden uitgekeerd. Dienovereenkomstig is bereids door het Burgerlijk Armbestuur magtiging gevraagd en verkregen tot aanvaarding van zijn aan-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 196