brood en warme spijs moest besteed worden. Desniettemin bleven de cijfers der bedeelden en van den verstrekten onderstand be neden die van 1865. De maatregel van intrekking of vermindering der bedeeling van gezinnenzoo te Gravenhage zelf als te Scheveningen waarvan het hoofd aan den van wege de Gemeente of de Com missie uit de Algemeene Armenvergadering verstrekten winterarbeid wordt geplaatstblijft het Burgerlijk Armbestuur reeds toepassen en werd dientengevolge de ondersteuning geheel ingetrokken van 30 gezinnen, tot een wekelijksch bedrag van 9.90 en 51 brooden benevens 45 spijsportiën daagsterwijl die uit aanmerking van de talrijkheid der gezinnen of ziekelijke omstandighedenvermin derd werd voor 5 gezinnen met een bedrag van 1.80 in geld en 6 brooden ’s weeks. Bij het eindigen van het wintersaizoen verviel de onderstand voor de tijdelijk bedeelden geheel en werd naar gewoonte de be deeling der overigen aan eene herziening onderworpen. Als een gevolg daarvan werd de bedeeling geheel ingetrokken voor 325 gezinnen, te zamen uitmakende 1396 personen, tot een bedrag van ƒ30.10 in geld, 572 Ned. ponden brood en 485 spijsportiën en die verminderd van 230 gezinnen, uitmakende 516 personen, tot een bedrag van f 2.60 in geld, 1 Ned. pond brood en 294 spijsportiën. Hierdoor, en tengevolge der sedert den Isten Januarij plaats gehad hebbende mutatiën werd de lijst der bedeelden terugge- bragt op 449 gezinnen uitmakende 987 personenbedeeld met 281.90 en 782 brooden 's weeksongeveer gelijkstaande aan de cijfers op hetzelfde tijdstip des vorigen jaars. Met opzigt tot de verdere mededeelingendie het Burgerlijk Armbestuur gewoon is jaarlijks in zijn verslag op te nemen, meent het de aandacht te mogen vragen voor den hier volgenden staat die een volledig en naauwkeurig overzigt geeft van het aantal bedeelden en de hun gezamenlijk verstrekte ondersteuning op ver schillende tijdstippen des jaarsdiebij vergelijking met die van vorige jaren en in aanmerking genomen dat de gevolgen van het heerschen eener cholera-epidemie in 1866 zich ook in 1867 deden gevoélen volstrekt geene ongunstige verhouding aangeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 199