L Van 148 der bovenvermelde 190 verpleegden was het domicilie van onderstand alhier en van 42 in andere Gemeenten gevestigd. De verzorgingskosten der eer st genoemden hebben te zamen be dragen f 8673.03 en die der laatsten f 1642.75; terwijl het niet onbelangrijk verschil dezer kosten in vergelijking met 1866 wordt te weeg gebragt doordien voor onderscheidene personen de ver pleging in den loop of tegen het einde van dat jaar aangevsngen gedurende het geheele jaar 1867 moest worden voortgezet. Op die wijze werden op uit. December nog verpleegd 121 alhier en 23 elders armlastige personen. Bovendien waren in 1867 in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid op de in 1819 en 1821 door den Burgemeester van 's Gravenhage gesloten contractengevestigd zes huisgezinnenuit makende 31 personen, waarvan thans drie als vrijboeren. Sedert de reorganisatie der Maatschappij van Weldadigheid in 1859 was eene der hoeventot wier vervulling door plaatsing van een huis gezin het Gemeentebestuur van 's Gravenhage het regt bezat, op voorstel van Commissarissen der Maatschappij, onvervuld gebleven. In 1867 deed zich evenwel het geval voor, dat een in der tijd door het Afdeelings-Bestuur der M. v. W. 'a Gravenhage gevestigd huisgezin, ten gevolge der voortdurende ziekelijkheid des mans, die niet meer in staat was om zonder eene belangrijke ondersteuning in het onderhoud van zijn gezin te voorzienuit de koloniën zou moeten verwijderd worden. Daar een terugkeeren naar deze Ge meente niet te wenschen en voor het Burgerlijk Armbestuur niet te verkiezen was, wegens de belangrijke kosten die de onder steuning van dit gezin alhier of zijne verpleging in de Rijks- gestichten zou te weeg brengenwerd op voorstel van den Directeur der Maatschappij beslotendit gezin de vacante zesde hoeve te doen betrekkenmet toekenning bovendien van eene wekelijksche toelage uit aanmerking van bijzondere omstandigheden. Voorts werd eene toelage gevorderd voor een reeds bejaard gezin, waarvan de man tot dusverre als vrijboer gevestigd was, doch door hoogen leeftijd niet meer in staat was zonder onder steuning in zijne behoeften te voorzien. Voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur werden in die stichting drie bij hunne kinderen inwonende volwassenenwaarvan een sedert is overleden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 206