I' o De sedert vier jaren alhier bestaande Leesinrigting voor den handwerkt- en ambachtsman, die met 50 leden begon, telt thans reeds 280 leden en gaat dusofschoon langzaamsteeds vooruit. Voor eene contributie van 30 cents per maand kan zich de ambachts man het genot verschaffen van des avonds tusschen 6 en 11 ure eene fatsoenlijke plaats van bijeenkomst te vinden en bovendien gelegenheid om, hetzij daar of in eigen woning, voor zich en de zijnen nuttige en aangename lectuur van eiken aard te verkrijgen en om des winters voordragten te hooren door uitstekende letter kundigen of geleerden op het gebied van natuurkunde en mechanica gehouden. 23 jongelingen door haar opgeleid voor de volgende vakkenals beeldhouwer 1boekbinders 3 behanger en stoffeerder 1con- fiseur 1kleermakers 3lithograaf 1mandenmaker 1schoen makers 7, smid 1, timmerman 1, verwers 3. Het totaal der sedert hare oprigting opgeleide jongelingen be draagt 110. Behalve in bovengenoemde vakken vond die oplei ding plaats in het vak van blik- en koperslagerboekdrukker borstelmaker cigarenmaker draaijer goudsmid kabinetwerker letterzetter, lijstenmaker, modelmaker, passementwerker, petten maker en ijzervormer. Van de tegenwoordige zoowel als van de vroegere leerlingen werden verscheidene in het Israëlitische weeshuis verpleegdof zijn daar nog opgenomen. Onderscheidene hebben zich buiten’s- lands begeven, om zich verder in hun vak te bekwamen. Eenige hunner hebben zich aldaar gevestigd en vinden in de uitoefening van het geleerde ambacht een middel van bestaan. Ruim een 20tal vestigde zich hierdeels als baasdeels als knechtterwijl 5 dezer, vroeger leerlingen, thans op hunne beurt jongelieden tot deze vereeniging behoorende, tot verschillende vakken opleiden. Het Bestuur dezer heilzame vereeniging voorziet de leerlingen van behoorlijke werkkleederen vooral noodig met het oog op de klasse uit welke de jongelingen worden genomen en van de gereed schappen die zijzoowel in hun leertijd als later bij hunne vestiging als baas, noodig hebben. Maar het waakt tevens, dat het onderwijs hetwelk de jongelieden vroeger hebben genotenniet verloren ga.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 251